13.2.2
MINIMUMBALLAST VAN DE TRACTOR
13.2.3
WERKELIJKE BELASTING VAN DE VOORAS VAN DE TRACTOR
13.2.4
WERKELIJK TOTAALGEWICHT VAN DE COMBINATIE TRACTOR-MACHINE
13.2.5
WERKELIJKE BELASTING VAN DE ACHTERAS VAN DE TRACTOR
13.2.6
DRAAGVERMOGENS VAN DE OP DE TRACTOR GEMONTEERDE BANDEN
Om een toereikende bestuurbaarheid van de tractor te waarborgen
moet de tractor minimaal beschikken over de volgende voorballast:
G
V
min
Vul in de tabel (hoofdstuk 1.2.7) de waarde van de minimumballast
G
in.
V min
T
V
tat
Vul in de tabel (hoofdstuk 1.2.7) de waarden in van de werkelijke
belasting van de vooras, en van de toelaatbare belasting van de
vooras zoals opgegeven in de handleiding/het kentekenbewijs van de
tractor.
Vul in de tabel (hoofdstuk 1.2.7) de waarden in van het werkelijke
totaalgewicht, en van het toelaatbare totaalgewicht zoals opgegeven
in de handleiding/het kentekenbewijs van de tractor.
Vul in de tabel (hoofdstuk 1.2.7) de waarden in van de werkelijke
belasting van de achteras, en van de toelaatbare belasting van de
achteras zoals opgegeven in de handleiding/het kentekenbewijs van
de tractor.
Bepaal de waarden van de draagvermogens van de aan voor- en
achteras gemonteerde banden. Raadpleeg hiervoor de opgaven van
de bandenfabrikant.
Vul in de tabel (hoofdstuk 1.2.7) de waarden in van het gezamenlijke
draagvermogen van de voorbanden, en van de achterbanden.
F
c
T
b
0
H
V
a
b
G
(
a
b
)
T
V
V
b
G
G
T
F
tat
V
L
T
G
T
tat
H
tat
V
2 ,
T
b
L
b
F
c
H
H
tat