5.2
HYDRAULISCHE INSTALLATIE
WAARSCHUWING
5.3
HYDRAULIEK-SLANGEN
WAARSCHUWING
Standaarduitrusting: Bediening via bedieningspaneel
Alle hydraulische functies van het aanbouwapparaat worden via het
bedieningspaneel (bedieningspaneel met bowdenkabels of
elektronisch bedieningspaneel) geregeld. Hiertoe zijn de afzonderlijke
hydrauliekcomponenten van het aanbouwapparaat aan het
besturingsblok van het aanbouwapparaat aangesloten.
De hydrauliek-installatie is operationeel wanneer:
de hydrauliek-installatie van het aanbouwapparaat is verbonden
met de hydrauliek-installatie van de tractor en
de oliecirculatie tussen tractor en aanbouwapparaat via het
bedieningsapparaat op de tractor is ingeschakeld.
Aanwijzingen over de vereiste bedieningsapparaten vanaf pagina 45.
Speciale uitvoering: Bediening rechtstreeks via de
bedieningsapparaten van de tractor
Alle hydraulische functies van het aanbouwapparaat worden
rechtstreeks via de bedieningsapparaten van de tractor bediend. Voor
de olievoorziening zijn de afzonderlijke hydraulische componenten van
het aanbouwapparaat telkens direct aan de bedieningsapparaten van
de hydraulische installatie van de tractor gekoppeld. Aanwijzingen
over de vereiste bedieningsapparaten vanaf pagina 2.
Risico's door verbrandingen, verkeerd functioneren en onder
hoge druk ontsnappende hydrauliekolie kunnen voor personen
ontstaan wanneer de hydraulische pomp van de tractor meer
pompt dan zijn maximale vermogen.
Het maximale pompvermogen van de hydraulische pomp van de
tractor in elk geval op 45 l/min. begrenzen.
Gevaren door infecties kunnen voor personen ontstaan, als er
onder hoge druk hydrauliekolie ontsnapt en het lichaam
binnendringt!
Bij het los- en vastkoppelen van de hydraulische slangen dient u erop
te letten, dat de hydraulische installatie aan de tractor en aan het
aanbouwapparaat drukloos is. De bedieningselementen op het
bedieningsapparaat op de tractor altijd in zwevende stand (nulstand)
schakelen.
Bij verwondingen met hydrauliekolie altijd onmiddellijk een arts
raadplegen! Infectiegevaar!
Voor de toevoer van hydrauliekolie worden de hydrauliekolieslangen
van het aanbouwapparaat aan de hydraulische installatie van de
tractor gekoppeld.