Dak
Softtop
9 Waarschuwing
Ga bij het bedienen van de softtop
behoedzaam te werk. Kans op let‐
sel. Houd tijdens het bedienen het
bovenstaande werkingsgebied,
de zijkant en achterkant van de
auto in de gaten.
Voorkom dat er lichaamsdelen of
voorwerpen in het mechanisme
bekneld raken. Zorg ervoor dat
personen uit het werkingsgebied
van de softtop of het deksel van de
softtop blijven. Kans op letsel.
Alvorens de softtop te bedienen
de hoogte, lengte en breedte con‐
troleren, zoals in een garage, par‐
keerplaats of bij het gebruik van
een fietsendrager.
Inzittenden dienen hierover inge‐
licht te worden.
Alvorens de auto te verlaten de
contactsleutel eruit trekken om on‐
geoorloofde bediening van de rui‐
ten en de softtop te voorkomen.
Bediening met schakelaar in
middenconsole
Bedrijfsklaar met contactsleutel in
stand 1 of 2 (contact aan) 3 132.
De softtop kan worden geopend en
gesloten bij snelheden tot 50 km/u.
Softtop openen
Sleutels, portieren en ruiten
Blijf aan de schakelaar trekken totdat
de softtop geheel geopend is en het
deksel van de softtop gesloten is.
Hierbij worden alle ruiten geopend.
Trek aan schakelaar , om alle ruiten
te sluiten.
Softtop sluiten
Blijf op de schakelaar drukken totdat
de softtop en het deksel van de soft‐
top geheel gesloten zijn. Als de ruiten
omhoog gaan, laat dan de schakelaar
los, de ruiten sluiten automatisch.
Hierbij worden eerst alle ruiten ge‐
opend.
35