Klimaatregeling
Klimaatregelsystemen ............... 121
Luchtroosters ............................. 129
Onderhoud ................................. 130
Klimaatregelsystemen
Verwarmings- en
ventilatiesysteem
Bedieningsorganen voor:
■ Temperatuur
■ Luchtverdeling
■ Luchtdebiet
■ Ontwasemen en ontdooien
Achterruitverwarming Ü 3 34.
Temperatuur
Rood bereik = warm
Blauw bereik = koud
Klimaatregeling
De verwarming werkt pas optimaal
als de motor de normale bedrijfstem‐
peratuur heeft bereikt.
Luchtverdeling
s = naar de voorruit en de voorste
zijruiten
M = naar hoofdhoogte via de ver‐
stelbare luchtroosters
K = naar de voetenruimte
Alle combinaties zijn mogelijk.
Luchtdebiet
Ventilatorsnelheid instellen door de
ventilatorknop in de gewenste stand
te zetten.
121