9 Gevaar
Het ontstekingssysteem en de Xe‐
nonkoplampen werken met een
zeer hoge spanning. Niet aanra‐
ken.
Motorkap
Openen
Aan de ontgrendelingshendel trekken
en in de uitgangspositie terugduwen.
Leg de veiligheidsgrendel links opzij
en open de motorkap.
Motorkapsteun vastzetten.
Verzorging van de auto
Als de motorkap wordt geopend tij‐
dens een Autostop, wordt de motor
om veiligheidsredenen automatisch
herstart.
Sluiten
Steun vóór het sluiten van de motor‐
kap stevig in de houder duwen.
Motorkap neerlaten en in het slot la‐
ten vallen. Controleer of de motorkap
vergrendeld is.
Motorolie
Het motoroliepeil op gezette tijden
handmatig controleren om schade
aan de motor te voorkomen. Verge‐
wis u ervan dat de gebruikte olie de
juiste specificatie heeft. Aanbevolen
vloeistoffen en smeermiddelen
3 224.
Alleen op een vlakke ondergrond
controleren. De motor moet op be‐
drijfstemperatuur zijn en minstens
5 minuten uitgeschakeld zijn ge‐
weest.
181