Houd de toets c nogmaals inge‐
drukt om de ruiten en de softtop te
openen 3 32,
of
■ om alleen het bestuurdersportier,
de bagageruimte en de tankklep te
ontgrendelen, drukt u eenmaal kort
op de toets c. Om de auto geheel
te ontgrendelen toets c tweemaal
kort indrukken.
U kunt de instelling wijzigen in het
menu Instellingen op het Info-display
3 102.
U kunt de instelling opslaan voor de
gebruikte sleutel. Opgeslagen instel‐
lingen 3 22.
Kofferdeksel ontgrendelen en ope‐
nen 3 25.
Vergrendelen
Portieren, bagageruimte en tankklep
sluiten.
Toets e korte tijd indrukken.
Bij een niet goed gesloten bestuur‐
dersportier werkt de centrale vergren‐
deling niet.
Houd de toets e nogmaals ingedrukt
om de softtop en de ruiten te sluiten
3 32.
Centrale
vergrendelingsknoppen
Beide portieren, de bagageruimte en
de tankklep worden vanuit de passa‐
giersruimte vergrendeld of ontgren‐
deld.
Sleutels, portieren en ruiten
Druk op de knop e om te vergrende‐
len.
Druk op de knop c om te ontgrende‐
len.
23