2.3
2.4
2.5
2.5.1
2.5.2
2.5.3
2.5.4
14
Serienummer
Het serienummer van de pomp of de pompunit vindt u op de naamplaat van de pomp en
op de etiket op de cover van deze handleiding.
Voorbeeld: 19-001160
19
jaar van fabricage
001160
unieke nummer
Toepassingen
De CombiLine en CombiBlocHorti kunnen worden ingezet voor de volgende
toepassingen:
• tuinbouwkassen
• warm- en koudwatersystemen
• koelwatersystemen
• utiliteitsbouw
• industriële installaties
In het algemeen kan deze pomp worden gebruikt voor het verpompen van dunne, schone
of licht verontreinigde vloeistoffen. Deze vloeistoffen mogen de pompmaterialen niet
aantasten.
De maximum toelaatbare temperatuur en druk staan vermeld in paragraaf 10.1
"Technische gegevens pompen".
Het wordt ontraden de pomp zonder overleg met uw leverancier voor een
andere toepassing te gebruiken dan waarvoor deze oorspronkelijk is
geleverd! Wanneer een pomp wordt toegepast in een systeem of onder
systeemomstandigheden (vloeistof, systeemdruk, temperatuur, etc.)
waarvoor hij niet is ontworpen, kan gevaar voor de gebruiker ontstaan!
Constructie
Pomphuis CL
Het pomphuis is van het slakkehuistype. Zuig- en persflens liggen in elkaars verlengde
en hebben dezelfde flensaansluiting. De speciale gevormde zuigbocht zorgt voor een
geluidarm functioneren van de pomp.
Pomphuis CBH
Het pomphuis is van het slakkehuistype met horizontale inlaat en verticale uitlaat. Een
vervangbare slijtring is gemonteerd ter plaatse van de waaierinlaat.
Waaier
De waaier is van het gesloten type en wordt direct op het einde van de verlengde
motoras gemonteerd. De waaier wordt vastgezet met een dopmoer, behalve bij types
CL4/4 en CL5/4, waar een gewone moer wordt gebruikt.
Asbus
Bij de kleine pompen wordt de as beschermd door een asbus om niet in contact te
komen met de verpompte vloeistof.
CL 4/4, CL 5/4 en alle pompen uitgerust met een elektromotor met bouwgrootte IEC
132 of IEC 160 of met een 6-polige motor zijn niet voorzien van een asbus.
Algemeen
CL-CBH/NL (1901) 7.6