Alarmen
Alarmvalidatie activeren of deactiveren
Wanneer alarmvalidatie is geactiveerd
(zie pagina 244), moet een alarmconditie
gedurende een bepaalde periode hebben
bestaan voordat er akoestische en zichtbare
alarmsignalen worden ingeschakeld. Deze
functie reduceert het aantal valse alarmen.
Wanneer alarmvalidatie is geactiveerd, staat de tijd
tussen de waarneming en aankondiging van een
parameter die buiten de ingestelde alarmgrenzen
valt gelijk aan de tijd van waarneming plus de toe-
Parameter
ECG/Hartfrequentie (HR)
Polsslag (PLS)
ST-segmentanalyse (ST)
Ademhalingsfrequentie (RRi)
Ademhalingsfrequentie (RRc)
Pulsoxymetrie (SpO
)
2
Invasieve bloeddruk (IBP)
Totaal hemoglobine (SpHb en SpHbv)
Carboxyhemoglobineverzadiging (SpCO) 6 s
Pleth Variabiliteit Index (PVI)
Methemoglobineverzadiging (SpMet)
OPMERKING
1)
Selecteer de validatieperiode voor de bovengrens van het ST-alarm in het dialoogvenster ST
(zie pagina 149).
2)
Voor Nellcor OxiMax SpO
(zie pagina 189).
86
Bovenste alarmgrens
6 s
6 s
uit, 15 s tot 60 s (in delen
van 15 s – selecteerbaar)
14 s
8 s
2)
6 s
10 s
6 s
6 s
6 s
: de SatSeconds-alarmtijd vervangt de alarmvalidatie-instelling
2
Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Infinity M540 VG2
gewezen alarmvalidatievertraging. Voor de hartslag
kan het toevoegen van de vertragingstijd boven het
maximum komen van de 10 seconden die wordt
toegestaan door AAMI EC13 en IEC 60601-2-27.
In de volgende tabel wordt vermeld voor welke pa-
rameters een alarmvalidatietijd geldt. Parameters
die niet in de tabel voorkomen, hebben geen valida-
tietijden, en akoestische en zichtbare alarmen wor-
den bijna onmiddellijk geactiveerd.
Onderste alarmgrens
6 s
10 s
uit, 15 s tot 60 s (in delen
1)
van 15 s – selecteerbaar)
14 s
10 s
10 s
4 s
10 s
10 s
10 s
10 s
1)