M540 in standalone/draadloze modus
Een M540-monitor in standalone modus communi-
ceert met het Infinity-netwerk via de M500. Voor in-
formatie over het configureren van de bedrade optie
(bijvoorbeeld het instellen van IP-adressen en der-
gelijke, zie pagina 253).
Als de draadloze optie is geactiveerd en geconfigu-
reerd, communiceert een standalone M540 draad-
loos met het Infinity-netwerk wanneer de M540 is ont-
koppeld. Geplaatst in de docking, gaat de M540 weer
Configuratiewijzigingen tijdens draadloos transport
Alle wijzigingen die tijdens transport in de patiëntin-
stellingen van de M540 worden aangebracht (inclusief
externe wijzigingen), blijven behouden wanneer u de
M540 terugplaatst in de M500 waaraan hij eerder was
gekoppeld. Als u de M540 aan een andere M500
koppelt, bepalen de configuratie-instellingen van de
Toonvolume voor transport instellen
Wanneer een M540-monitor wordt ontkoppeld, wor-
den de volgende transportinstellingen geactiveerd.
Deze transportinstellingen worden in eerste instan-
tie geconfigureerd op het met een wachtwoord be-
veiligde tabblad Instellingen 2 (zie pagina 246).
– De instelling Pulstoon bij transport bepaalt
het pulstoonvolume voor SpO
tie wanneer de M540 op transport is. Tijdens
een patiënttransport kunt u het pulstoonvolume
handmatig aanpassen in het parameterspecifieke
configuratiemenu voor SpO
Het toonvolume kan nooit hoger worden ingesteld
dan de instelling voor Transport-volume.
Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Infinity M540 VG2
en hartfrequen-
2
of hartfrequentie.
2
terug naar een bedrade verbinding en wordt het
symbool voor draadloos vervangen door het net-
werksymbool
.
Voor uitgebreide informatie over het configureren
van de draadloze optie (bijvoorbeeld het instellen
van IP-adressen of het activeren en deactiveren van
de draadloze modus), zie pagina 253.
Voor informatie over hoe de M540 zich gedraagt in
een IACS-configuratie, zie pagina 39.
M500 of de M540 het profiel van de M500 overneemt
of dat de transportinstellingen behouden blijven wan-
neer de monitor wordt gekoppeld.
Voor gedetailleerde informatie over het configureren
van welk profiel wordt overgenomen, zie pagina 63.
– De instelling voor Transport-volume bepaalt
het luidsprekervolume van de M540 wanneer
deze wordt ontkoppeld voor patiënttransport.
Wanneer de M540 in een IACS-configuratie wordt
gebruikt, neemt de monitor alle akoestische alarm-
meldingen over zodra deze wordt ontkoppeld.
De Cockpit geeft geen akoestische alarmen zolang
de M540 op transport is.
Tijdens een transport kunt u de instelling voor
Transport-volume handmatig aanpassen door
eerst op de functietoets Alarmen en vervolgens
op de toets Luidspreker volume te drukken.
Als de M540 aan een M500 in een IACS-confi-
guratie wordt gekoppeld, wordt de luidspreker
gedeactiveerd en neemt de Cockpit de primaire
alarmaankondiging over.
Deze transportinstellingen zijn onderdeel van een
profiel en wanneer de M540 aan de M500 wordt ge-
koppeld, bepaalt de instelling voor profielovername
wat er gebeurt met wijzigingen die tijdens transport zijn
doorgevoerd. Zie pagina 63 voor meer informatie.
Bedieningsconcept
37