Meetmodi niet-invasieve bloeddruk
WAARSCHUWING
Druk op de vaste toets NIBP start/stop om de
manchet snel leeg te laten lopen als de patiënt
nadelige gevolgen ondervindt.
De volgende meetmodi voor niet-invasieve bloed-
druk zijn beschikbaar:
– Enkel
– Interval
– Continu
– Veneuze stase
De geselecteerde modus beïnvloedt de weergave
van het parametervak voor niet-invasieve bloed-
druk (zie pagina 202).
Voordat u niet-invasieve bloeddrukmetingen uit-
voert, moet u de voorzorgsmaatregelen op
pagina 199 lezen.
Na het beginnen van een meting blaast de M540 de
manchet op naar een druk die 25 mmHg (3,3 kPa)
voor volwassenen/pediatrisch is en 30 mmHg
(4 kPa) voor neonatalen boven de van te voren
waargenomen systolische waarden. Als de M540
geen geldige meting kan verkrijgen, wordt de man-
chet opnieuw opgeblazen tot de maximale opblaas-
druk, op voorwaarde dat er geen time-out is opge-
treden voor de meetcyclus. Als de M540 geen me-
ting kan verkrijgen binnen in de meetcyclus, worden
geen verdere pogingen gedaan tot de volgende in-
geplande interval of totdat u een enkele meting op-
start. Foutberichten geven de oorzaak van mislukte
metingen aan (zie pagina 273).
De laatste niet-invasieve bloeddrukmeetwaarde
wordt in het parametervak weergegeven totdat
de nieuwe meting is voltooid. Nieuwe waarden ver-
schijnen aan het eind van een meting waarna een
bel klinkt als de bijbehorende functie is geactiveerd
(zie pagina 207).
Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Infinity M540 VG2
Niet-invasieve bloeddruk (NIBP)
Modus Enkele meting
In de modus Enkele meting kunt u op elk gewenst
moment een meting starten. U kunt een enkele me-
ting ten alle tijden starten en stoppen.
Om een enkele meting te starten
Druk op de NIBP vaste toets op de M540.
Het nogmaals indrukken van de toets, stopt
de meting.
Modus Intervalmetingen
WAARSCHUWING
Omdat niet-invasieve bloeddrukmetingen pe-
riodiek plaatsvinden, kan het zijn dat de toe-
stand van de patiënt tussen de metingen ver-
andert. Vertrouw daarom niet alleen op niet-in-
vasieve bloeddrukalarmen als u voor een ver-
andering in de toestand van een patiënt wordt
gewaarschuwd.
In de intervalmodus start de M540 metingen met in-
gestelde tussenpozen. Als u de intervalinstelling
wijzigt tijdens een meting, wordt de intervaltimer
opnieuw ingesteld. Als u een andere intervalinstel-
ling selecteert nadat de intervalmodus is gedeacti-
veerd, moet u op de NIBP-toets aan de voorzijde van
de M540 drukken om intervalmetingen te starten.
OPMERKING
Een veiligheidstimer zorgt ervoor dat een man-
chet minstens 30 seconden leeg blijft tussen het
einde van een meting en de start van een nieuwe
meting. Met deze voorzorgsmaatregel wordt voor-
komen dat de bloedstroom langdurig wordt gehin-
derd; dit kan namelijk schadelijk zijn voor de pa-
tiënt. De veiligheidstimer heeft voorrang op elke
intervalinstelling en is vooral van belang bij een
interval van 1 of 2 minuten.
U kunt tijdens een intervalcyclus nog steeds perio-
dieke metingen uitvoeren.
203