Impedantierespiratie (RRi)
Instelfuncties voor respiratieparameters
Alle instelfuncties voor respiratieparameters
zijn te vinden in het dialoogvenster Respiratie
(zie "Toegang verkrijgen tot het dialoogvenster
Respiratie" op pagina 159).
Selectie
Beschikbare instellingen
1)
Resp. afleiding
I, II (standaard)
Herleren
Geen
1)
Modus
Auto (standaard), Handmatig
1)
Marker
Aan, Uit (standaard)
1)
Bewaking
– Aan (standaard in neonatale modus)
– Uit (standaard in volwassen/pediatrische modus)
1)
Apnoe-tijd
Uit, 10, 15 (standaard), 20, 25, 30 s
1)
Apnoearchief
– Uit
– Opsl/Reg – in reactie op een apnoe worden een
– Opslaan (standaard) – in reactie op een apnoe
– Registr. – in reactie op een apnoe wordt
OPMERKING
1)
Deze instelling is standaard en kan uniek zijn voor elke patiëntcategorie; het is onderdeel van het profiel.
160
Instellingen
registratie en een eventopslag geactiveerd.
wordt er een curvesegment opgeslagen.
er automatisch een registratie geactiveerd.
Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Infinity M540 VG2
Het dialoogvenster Limieten bevat de knoppen
Auto inst. en Alarm voor het configureren van de
alarmfuncties. Zie "Alarminstellingen van een pa-
tiënt configureren" op pagina 100 voor gedetailleer-
de informatie over alarmconfiguratie.
Beschrijving
Hiermee selecteert u de afleiding
voor respiratiebewaking.
Hiermee start u het herleren van
het ademhalingssignaal.
Hiermee wordt de verwerkingsmo-
dus ingesteld voor de ademgerela-
teerde impedantiewijziging.
Hiermee wordt een verticale lijn op
de ademhalingscurve aangebracht
wanneer er een ademhaling wordt
gedetecteerd (zie pagina 158).
Schakelt de respiratiebewaking
in of uit.
Hiermee wordt bepaald hoe lang
een apnoe moet duren voordat er
een alarm wordt geactiveerd.
Hiermee wordt bepaald wat er in
reactie op een apnoe gebeurt.