Baanspanningssystemen Elektronische baanspanningsbesturingseenheid PFEA 111/112, Gebruikershandleiding
T = Baanspanning
Tarra = Kracht van de tarra (gewicht van de rol en de
lagers, gemonteerd op de krachtopnemers)
F
= De gemeten kracht (krachtencomponent van de
R
baanspanning in de meetrichting van de krachtopnemer).
F
= De tarracomponent in de meetrichting van de kracht-
RT
opnemer.
F
= Totale kracht in de meetrichting van de krachtopne-
RTot
mer.
Omloopversterking = De verhouding tussen de baanspan-
ning T en de gemeten kracht F
A.2.1 Coördinatensysteem
Afbeelding A-1. Coördinatensysteem dat de richtingen definieert die gebruikt worden bij berekening van krachten
3BSE029380R0129 Rev C
.
R
Voor krachtopnemers is een coördinatensysteem gedefinieerd. Dit systeem wordt gebruikt voor
de berekening van krachten, om de krachtencomponenten uit te splitsen in de belangrijkste rich-
tingen van de krachtopnemer.
Waar de richtingsaanduidingen R, V en A herkend worden als achtervoegsel bij de krachten-
componenten F, vertegenwoordigt deze de krachtencomponent in de desbetreffende richting.
Het achtervoegsel R kan weggelaten worden, als de meetrichting impliciet is in de context.
R
V
A
A
V
R
Tabel A-1. Definities
Voorbeeld:
Omloopversterking =
Omloopversterking
Omloopversterking = 1.00
R = Meetrichting
V = Transversale richting
A = Axiale richting
Paragraaf CoördinatensysteemA.2.1
Omloophoek
T
F
R
F
= T
R
T
F
R
V
R
A
R
V
T
T
=
= 1.00
T
A
A-3