Baanspanningssystemen Elektronische baanspanningsbesturingseenheid PFEA 111/112, Gebruikershandleiding
Bijlage B PFCL 301E - Ontwerp van de krachtopnemerinstallatie
B.7 Montage van de krachtopnemers
B.7.1 Traject van de krachtopnemerkabel
B.7.2 Verlenging van de krachtopnemerkabel
B-8
De hiernavolgende instructies hebben betrekking op een typische meetopstelling. Verschillen
zijn toelaatbaar, zolang deze voldoen aan de eisen zoals beschreven in
1.
Maak de funderingen en andere montagevlakken schoon.
2.
Bevestig de onderste adapterplaat op de krachtopnemer.
Draai de bouten (meegeleverd) met een momentsleutel aan tot 24 Nm.
3.
Bevestig de krachtopnemer en de onderste adapterplaat op de fundering, zonder de bouten
volledig aan te draaien.
4.
Bevestig de bovenste adapterplaat op de krachtopnemer.
Draai de bouten (meegeleverd) met een momentsleutel aan tot 24 Nm.
5.
Monteer de lagerbehuizing en de rol op de bovenste adapterplaat
zonder de bouten volledig aan te draaien.
Bij het monteren van de lagers of andere onderdelen in de buurt van de adapter-
platen, mogen de bouten niet uitsteken en de krachtopnemer raken. Als de uitge-
oefende kracht erg groot is, kan de krachtopnemer beschadigen.
Opmerking:
De bout mag niet
uitsteken en de krachtopnemer raken.
6.
Stel de krachtopnemers af zoals bepaald in de installatie-eisen.
Draai de funderingsschroeven aan.
7.
Stel de rol af zoals bepaald in de installatie-eisen.
Draai de bouten van de bovenste adapterplaat aan.
De kabel moet met klemmen ondersteund worden en zodanig geleid worden dat er geen trek-
krachten op de kabel kunnen inwerken.
Zie
Paragraaf B.10, Montageinstructies, kabelstekker, 3BSE019064, Revisie A.
LET OP
L < T
L
T
3BSE029380R0129 Rev C
Bijlage
B.4.