Baanspanningssystemen Elektronische baanspanningsbesturingseenheid PFEA 111/112, Gebruikershandleiding
E.4 Installatie-eisen
Dynanisch uitgebalanceerde
meetcilinder
die minimaal voldoet aan
klasse G-2.5 ISO 1940-1.
Zelfrichtende lagers
voor axiale uitzetting,
gebruik lagers SKF CARB,
of, als tweede optie,
schuivende tweerijige tonlagers
aan één zijde van de
as.
Gebruik vaste kogellagers
bij het andere asuiteinde.
Het montagevlak moet
vlak zijn binnen
0,05 mm (0,002 inch)
Stabiele fundering
Als de meetcilinder aangedreven is
moet u altijd ABB raadplegen om
een oplossing met minimaal risico
op problemen te vinden.
90°
Waterpas
3BSE029380R0129 Rev C
Voor de gespecificeerde nauwkeurigheid, de grootst mogelijke betrouwbaarheid en langdurige
stabiliteit moeten de krachtopnemers volgens de onderstaande eisen geïnstalleerd worden.
Uitlijnen van de krachtopnemers
mm (inch)
1,0 (0,04)
Afbeelding E-1. Installatie-eisen
Paragraaf Installatie-eisenE.4
Tussen de bovenste adapterplaat
en de fundering
onder de onderste adapterplaat
en de fundering
kunnen vulringen geplaatst worden.
Vulringen mogen niet direct
boven of onder de krachtopnemer
Gemonteerd worden.
Voor correct aandraaimoment
zie Tabel E-1.
a)
PFTL 101A/AE/AER
PFTL 101B/BE/BER
van de adapterplaat
Dikte
PFTL 101A
minimaal 30 (1,18)
PFTL 101B
minimaal 35 (1,38)
Baan
a)
vanaf 230 (9)
a)
vanaf 360 (14)
E-3