Baanspanningssystemen Elektronische baanspanningsbesturingseenheid PFEA 111/112, Gebruikershandleiding
Bijlage D PFRL 101 - Ontwerp van de krachtopnemerinstallatie
D.5 Oriëntatie van de krachtopnemer in verhouding tot de meetrichting
Meet-
richting
positief
+
–
Meet-
richting
negatief
D-4
De krachtopnemer meet uitsluitend de krachten langs een as, zoals getoond in de afbeelding
links. De oriëntatie van de meetrichting is belangrijk voor de magnitude van het uitgangssig-
naal. Zie de volgende afbeelding om de oriëntatie van de meetrichting op het uitgangssignaal
Oriëntatie van de
meetrichting
+
+
+
°
45
Spanning
beter te begrijpen.
(Aanname van twee krachtopnemers)
Spanning
Horizontaal
De krachtopnemers meten twee spanningen, maar
vlak
niet het gewicht van de rol (tarra).
Spanning
De krachtopnemers meten geen enkele spanning,
Spanning
maar wel het gewicht van de rol (tarra).
Als de krachtopnemers linksom (tegen de richting
van de klok in) gedraaid worden, komt het ingangs-
signaal van de baanspanning binnen en verdwijnt
het uitgangssignaal als gevolg van het gewicht van
Spanning
de rol (tarra). De maximale baanspanningssignaal
treedt op bij een draaiing van 90º.
Spanning
De krachtopnemers meten één spanning, maar niet
het gewicht van de rol (tarra).
Draai de krachtopnemers 45º rechtsom (met de klok
mee) en de krachtopnemers meten 1,4 de spanning
en 70% van het gewicht van de meetrol.
Effecten
3BSE029380R0129 Rev C