Baanspanningssystemen Elektronische baanspanningsbesturingseenheid PFEA 111/112, Gebruikershandleiding
Paragraaf 2.4.2 Montage van de elektronische baanspanningsbesturingseenheid PFEA 111/112
2.4.2.2 IP 20-uitvoering (niet gesloten)
mm (inch)
3BSE029380R0129 Rev C
Afbeelding 2-6. Afmetingen voor installatie
Sluit de kabels aan op de aansluitklemmen volgens het bedradingschema in de bijlage (B, C,
D, E, F of G), naargelang het geïnstalleerde type krachtopnemer.
Sluit geen kabels met massieve kern aan op de klemmen. Sluit de flexibele
kabels direct aan, zonder pennen.
Aarding
De metalen achterkant van de eenheden PFEA111-20 en PFEA112-20 wordt bevestigd op de
metalen DIN-rail. Deze dient als aarding voor de elektronische besturingseenheid.
Het doel hiervan is een goede aardverbinding van de interne logica en het voorkomen van
elektromagnetische storing en radiofrequente emissies van elektronische componenten.
De DIN-rail moet een goede verbinding maken met de aarde (PE) van de schakelkast..
Voor de best mogelijke corrosiebescherming moet de DIN-rail verchroomd worden, bijvoor-
beeld geel chromateren. Gebruik voor elke schroef sterringen om de DIN-rail op de monta-
geplaat te bevestigen.
De minimale schroefdiameter voor het vastschroeven van de DIN-rail op de montageplaat is
5 mm, de maximale afstand tussen schroeven is 100 mm.
OPMERKING
(EN 50022-35x7,5
of equivalent)
2-7