Baanspanningssystemen Elektronische baanspanningsbesturingseenheid PFEA 111/112, Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 4 Werking
4.4 In- en uitschakelen
4.4.1 Inschakelen
4.4.2 Uitschakelen
4.5 Normaal bedrijf
4-2
Voor het starten en stoppen van de elektronische baanspanningsbesturingseenheid moet een
externe aan-/uitschakelaar gebruikt worden (niet door ABB meegeleverd). Tijdens normaal
bedrijf is interventie door de gebruiker niet nodig.
1.
Controleer dat de spanningsregelmachines klaar zijn voor normaal bedrijf.
2.
Schakel de elektronische baanspanningsbesturingseenheid aan. Zet hiervoor de externe
aan-/uitschakelaar op de stand AAN.
Zet bij de versie IP 65 (NEMA 4) tevens de interne schakelaar AAN.
3.
Controleer dat:
- Het scherm oplicht.
- Het indicatorlampje "Power" brandt.
- Het indicatorlampje "Status" brandt (groen). Indien dit lampje rood oplicht is er ergens
een fout.
"Power"-indicatorlampje
Power
Om de elektronische baanspanningsbesturingseenheid uit te schakelen, zet u de externe aan-
/uitschakelaar uit.
Voor het beste meetresultaat moet met meetapparaat altijd aan staan. Zo kunnen de krachtopne-
mers en de elektronische baanspanningsbesturingseenheid onder gelijkwaardige temperatuurs-
omstandigheden werken.
Het meetapparaat is ontworpen voor continu gebruik.
"Status"-indicatorlampje
Status
Scherm
3BSE029380R0129 Rev C