Baanspanningssystemen Elektronische baanspanningsbesturingseenheid PFEA 111/112, Gebruikershandleiding
F.7 Montage van de krachtopnemers
F.7.1 Voorbereiding
F.7.2 Montage
3BSE029380R0129 Rev C
Bereid de installatie tijdig voor en controleer de beschikbaarheid van de volgende documenten
en materialen:
•
Installatietekeningen en deze handleiding.
•
Standaard gereedschap, momentsleutel en instrumenten.
•
Corrosiebescherming, indien het nodig is extra bescherming aan te brengen op gemechani-
seerde oppervlakken.
Gebruik bijvoorbeeld TECTYL 511 (Valvoline) of FERRYL (104).
•
Borgvloeistof (middelhoge weerstand) om de montagebouten te bevestigen.
•
Bouten zoals gespecificeerd in
opnemer, andere bouten voor de lagerbehuizingen, enz.
•
Krachtopnemers, adapterplaten, lagerbehuizingen, enz.
De hiernavolgende instructies hebben betrekking op een typische meetopstelling. Verschillen
zijn toelaatbaar, zolang deze voldoen aan de eisen zoals beschreven in
1.
Maak de funderingen en andere montagevlakken schoon.
2.
Bevestig de onderste adapterplaat op de krachtopnemer. Draai de bouten aan met een aan-
draaimoment zoals bepaald in
3.
Bevestig de krachtopnemer en de onderste adapterplaat op de fundering, zonder de bouten
volledig aan te draaien.
4.
Bevestig de bovenste adapterplaat op de krachtopnemer, draai de bouten aan met het aan-
draaimoment bepaald in
5.
Monteer de lagerbehuizing en de cilinder op de bovenste adapterplaat, zonder de bouten
geheel aan te draaien.
6.
Plaats de krachtopnemers evenwijdig en in lijn met de axiale richting van de cilinder.
Draai de funderingsschroeven aan.
7.
Plaats de cilinder loodrecht op de lengterichting van de krachtopnemers. Draai de bouten
van de bovenste adapterplaat aan.
8.
Gebruik corrosiebescherming op alle gemechaniseerde oppervlakken die niet beschermd
zijn.
Paragraaf Montage van de krachtopnemersF.7
Tabel F-1
en
Tabel F-2
Tabel F-1
of
Tabel F-2
Tabel F-1
of
Tabel F-2
en gebruik borgvloeistof.
voor het bevestigen van de kracht-
Paragraaf
F.4.
en maak deze met borgvloeistof vast.
F-9