Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Instelling Van De Standmelder - Samson 3766 Inbouw- En Bedieningsvoorschriften

Pneumatische klepstandsteller
Inhoudsopgave

Advertenties

Instelling van de standmelder

4.4 Instelling van de standmelder
Belangrijk!
Voor het instellen van de standmelder moe-
ten het aanvangsbereik (nulpunt) en de eind-
waarde (bereik) van de klepstandsteller zijn
ingesteld.
Afhankelijk van de stand van de 4-polige
connector, weergegeven symbool >> of <>,
kan het meldsignaal worden ingesteld op
een bereik van 4...20 mA of 20 ... 4 mA
voor 0...100% slag.
ZERO
SPAN
SPAN
ZERO
Fig. 14 Standmelder
Tabel 10
Ventielbeweging
Waarneembaar meldsignaal
Open
Dicht
34
EB 8355-1 NL
Stroom neemt toe ↑
Stroom neemt af ↓
Nulpunt (ZERO)
Het nulpunt wordt met de schakelaars 1 en
2 vooringesteld en met de potentiometer
ZERO fijn-nageregeld. Deze heeft altijd be-
trekking op de 4 mA-waarde.
Bereik (SPAN)
Het bereik en daarmee de eindwaarde
wordt met de schakelaars 3 en 4 vooringe-
steld en met de potentiometer SPAN fijn-na-
geregeld. Deze instelling heeft altijd betrek-
king op de 20 mA-waarde.
Voorbeeld:
Ventiel openen, signaal klepstandsteller in
de gaten houden.
Indien het signaal zich niet in de gewenste
richting beweegt, moet de meerpolige con-
nector worden omgezet.
Aansluitend nulpunt (4 mA) en bereik (20
mA) bij de ventielstanden conform tabel 10
instellen.
Standmelder
Signaalrichting
o.k.
niet o.k.
→ Connector omzetten
o.k.
niet o.k.
→ Connector omzetten
Nulpunt/bereik instellen op
20 mA
ventiel open
4 mA
ventiel dicht
4 mA
ventiel open
20 mA
ventiel dicht
4 mA
ventiel open
20 mA
ventiel dicht
20 mA
ventiel open
20 mA
ventiel dicht

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave