4.1.1 Instelling van de proportione-
le band Xp en de luchtaanvoer Q
1. Volumesmoring Q (11) zover sluiten,
als toegestaan door de gewenste
stelsnelheid. Ter controle de membraan-
hefboom (3) tegen de aanslag drukken.
2. Gewenste waarde op de ingang instel-
len op ca. 50% van het bereik.
3. Nulpuntschroef (6.2) verdraaien, tot het
regelventiel op ongeveer zijn halve slag
staat.
4. Proportionele band X
(8) op de middelste waarde (1/2 slag)
instellen.
5. Neiging tot oscilleren en de regelsnel-
heid van het regelventiel controleren
door kortstondig aantikken van de mem-
braanhefboom . De X
mogelijk worden ingesteld, zonder dat
doorschieten optreedt.
Belangrijk!
De instelling van de X
voor de instelling van het aanvangsbereik
worden vastgelegd.
Bij verandering naderhand wordt het nul-
punt verschoven!
Instellen van de klepstandsteller op het regelventiel
op de insteller
p
-moet zo klein
p
-smoring moet altijd
p
4.1.2 Instelling bij aandrijving
"membraanstang uitgaand"
Belangrijk!
Om te waarborgen dat op het regelventiel
de volledige sluitkracht kan werken moet de
membraankamer bij de onderste (werkings-
richting <<) en de bovenste (werkingsrich-
ting <>) waarde van de gewenste waarde
volledig zijn ontlucht.
Bij werkingsrichting direct << moet daarom
het ingangssignaal op een iets hogere aan-
vangswaarde van 0,23 bar worden inge-
steld en bij een werkingsrichting invers <>
op een iets lagere aanvangswaarde van
0,97 bar.
Aanvangsbereik (bijv. 0,23 bar)
1. Ingangssignaal met drukinsteller op 0,2
bar instellen.
2. Nulpuntsschroef (6.2) verdraaien, tot
het regelventiel zich juist uit de uit-
gangspositie gaat bewegen.
3. Ingangssignaal wegnemen en lang-
zaam weer doen toenemen, controleren
of het regelventiel bij exact 0,23 bar be-
gint met bewegen. Afwijking via de nul-
puntschroef (6.2) corrigeren.
Eindwaarde (bereik) bijv. 1 bar
1. Wanneer het aanvangsbereik is inge-
steld, het stelsignaal met de drukinstel-
ler op 1 bar brengen.
Bij een eindwaarde van exact 1 bar moet
de klepstang stilstaan en 100% slag hebben
doorlopen (houd de slagindicatie in de ga-
ten). Wanneer de eindwaarde niet klopt,
dan moet de instelschroef eindwaarde
(slag) worden versteld (4 slagen komen
29
EB 8355-1 NL