Aanbouw aan regelventiel
2. Aanbouw aan regelventiel
De aanbouw van de klepstandsteller volgt
ofwel via directe aanbouw op de SAMSON-
aandrijving type 3277 of conform Namur
(DIN IEC 534) aan regelventielen in giet-
jukuitvoering of in stanguitvoering.
In combinatie met een tussenstuk kan de
klepstandsteller ook op draaiaandrijvingen
worden gemonteerd.
Omdat de klepstandsteller als basiseenheid
ook zonder toebehoren wordt geleverd moe-
ten de benodigde aan te bouwen onderde-
len met hun bestelnummers uit de hierna vol-
gende tabellen worden afgelezen.
De transportbeveiliging aan de achterzijde
van de klepstandsteller mag pas vlak voor
de aanbouw worden verwijderd.
Aanbouwpositie en werkingsrichting
De werkingsrichting van de klepstandsteller
bepaalt ook de aanbouwpositie aan de aan-
drijving; deze is in de figuren 3, 4 en 6
weergegeven.
Op de klepstandsteller zelf moet de omkeer-
plaat (7, fig. 2) overeenkomstig worden ge-
plaatst.
Bij een toenemend ingangssignaal (gewen-
ste waarde) kan de steldruk p
(werkingsrichting direct >>) of afnemend
(werkingsrichting invers <>) zijn.
Hetzelfde gedrag ontstaat bij een afnemen-
de gewenste waarde; bij werkingsrichting
direct >> resulteert een afnemende steldruk
en bij werkingsrichting invers <> een toene-
mende steldruk.
Op de omkeerplaat (7) bevinden zich mar-
keringen voor de werkingsrichting (direct
>> en invers <>).
10
EB 8355-1 NL
toenemend
st
Afhankelijk van de stand van de omkeer-
plaat is de ingestelde werkingsrichting met
de bijbehorende markering zichtbaar.
Wanneer de gewenste werkingsrichting niet
overeenkomt met de zichtbare markering of
wanneer de werkingsrichting moet worden
gewijzigd, dan moet de bevestigingsschroef
van de omkeerplaat worden losgedraaid
waarna deze met 180° gedraaid weer
moet worden geplaatst en vastgeschroefd.
Let er op dat daarbij de drie rubberen af-
dichtingen in de behuizing op hun plaats
blijven.
Belangrijk!
Iedere verandering naderhand, zoals bijv.
omkeren van de werkingsrichting van de re-
gelkring of verandering van de aandrijving
"membraanstang uitgaand" naar "mem-
braanstang ingaand" of omgekeerd bete-
kent ook een wijziging in de montageposi-
tie van de klepstandsteller.
2.1 Directe aanbouw aan aandrij-
ving type 3277
Benodigde toebehoren zijn in de tabellen
1 t/m 4 op blz. 14 opgesomd.
De aanbouw van de klepstandsteller links of
rechts aan de aandrijving (altijd op de stel-
drukaansluiting resp. de omschakelplaat ge-
zien) wordt bepaald door de gewenste wer-
kingsrichting >> of <> van de klepstandstel-
ler.