FreFlow
4 Inbedrijfstellen
4.1
4.2
4.3
4.4
FRE/NL (1811) 9.4
Inspectie van de pomp
• Controleer of de as vrij rond kan draaien. Doe dit door het aseinde bij de koppeling
enige malen rond te draaien.
Inspectie van de motor
Pomp aangedreven door elektromotor:
• Controleer of de zekeringen zijn aangebracht.
Pomp aangedreven door een verbrandingsmotor:
• Controleer of de ruimte waarin de motor zich bevindt voldoende geventileerd is.
• Controleer of uitlaat van de motor niet belemmerd wordt.
• Controleer voor het starten van de motor het oliepeil.
• Laat de motor nooit draaien in een gesloten ruimte!
Oliekamer
De pomp wordt afgeleverd zonder vloeistof in de oliekamer!
• Vul de oliekamer met olie, zie paragraaf 10.1 "Oliekamer" voor de juiste soort en
hoeveelheid.
• Indien de te verpompen vloeistof niet met olie in contact mag komen: vul de oliekamer
met een andere geschikte vloeistof.
Controle draairichting
Let bij het controleren van de draairichting op voor eventueel niet
afgeschermde draaiende delen!
1 De draairichting van de pomp is aangegeven door een pijl. Controleer of de
draairichting van de motor overeenkomt met die van de pomp.
2 Schakel de motor slechts gedurende korte tijd in en controleer de draairichting.
3 Als de draairichting van de elektromotor niet overeenkomt met die van de pomp keer
dan draairichting van de elektromotor om. Zie de met de elektromotor meegeleverde
aansluitvoorschriften.
4 Monteer de beschermkap.
Inbedrijfstellen
25