2.3
2.4
2.5
➢
2.6
14
Serienummer
Het serienummer van de pomp of de pompunit vindt u op de naamplaat van de pomp en
op de etiket op de cover van deze handleiding.
Voorbeeld: 01-1000675A
01
jaar van fabricage
100067
unieke nummer
5
aantal pompen
A
pomp met motor
B
pomp met vrije aseinde
Pomp/motorcombinatie
Er is ook een aanduiding om de pomp/motor-combinatie aan te geven:
• Pompen met een vrij aseinde worden aangeduid met "A" (FRE).
• Pompen met alle delen voor samenbouw met motor, doch geleverd zonder motor
worden aangeduid met "A5" (FRE).
• Pompen samengebouwd met een:
- driefasige elektromotor worden aangeduid met "A6" (FRE, FRES en FREF).
- éénfasige elektromotor worden aangeduid met "A7" (FREF).
- benzinemotor worden aangeduid met "A10" (FREM).
- dieselmotor worden aangeduid met "A11" (FREM).
Stoelgroepen
FreFlow pompen kunnen worden verdeeld in 4 lagerstoelgroepen, n.l. stoelgroepen 1, 2,
3 en 4. Stoelgroepen 1, 2 en 3 zijn modulair van opbouw. Pompen die deel uitmaken van
dezelfde stoelgroep hebben dezelfde lagerstoel.
Pompen van stoelgroep 4 (grotere capaciteiten) hebben ieder hun eigen lagerstoel,
maar worden gemakshalve samen als lagerbokgroep 4 omschreven.
Toepassing
• De FreFlow pompen zijn geschikt voor schone, verontreinigde, en licht viskeuse
vloeistoffen. De maximale korrelgrootte van de verontreinigingen is afhankelijk van de
pompgrootte. Bij het verpompen van viskeuse vloeistoffen moet gerekend worden met
afnemende hydraulische prestaties en een toename van het vermogen. Vraag hierover
ons advies.
• De maximaal toelaatbare systeemdruk en temperatuur en het maximum toerental zijn
afhankelijk van het pomptype en de pompuitvoering. Gegevens hierover vindt u in de
tabellen in hoofdstuk 10 "Technische gegevens".
• Nadere gegevens over de toepassingsmogelijkheden van uw specifieke pomp vindt u
in de orderbevestiging en/of in de meegeleverde datasheet.
• Het wordt ontraden de pomp zonder overleg met uw leverancier voor een andere
toepassing te gebruiken dan waarvoor deze oorspronkelijk is geleverd.
Wanneer een pomp wordt toegepast in een systeem of onder
systeemomstandigheden (vloeistof, systeemdruk, temperatuur, etc.)
waarvoor hij niet is ontworpen, kan gevaar voor de gebruiker ontstaan!
Algemeen
FRE/NL (1811) 9.4