Gebruikersinstellingen voor de camera vastleggenN
3
Onder de standen <w> en <x> van het programmakeuzewiel kunt u
de meeste van de huidige camera-instellingen vastleggen, zoals uw
favoriete opnamemodus, menu's, persoonlijke voorkeuzen enzovoort.
Cameragebruikersinstellingen: [Wis instellingen]
Als u in stap 2 [Wis instellingen] selecteert, wordt de
standaardinstelling (de instelling die van kracht was voordat u de
camera-instellingen vastlegde) van de bijbehorende stand van het
programmakeuzewiel hersteld. De procedure is hetzelfde als stap 3.
De My Menu-instellingen worden niet vastgelegd.
Als het programmakeuzewiel is ingesteld op <w> of <x> werken de
menu's [7 Wis instellingen] en [8 Wis pers. voorkeuze (C.Fn)] niet.
Zelfs als het programmakeuzewiel op <w> of <x> staat, kunt u de
transportmodus en menu-instellingen nog wijzigen. Volg de hiervoor
beschreven stappen als u deze wijzigingen wilt vastleggen.
Druk op de knop <B> om te controleren welke opnamemodi zijn
vastgelegd onder de standen <w> en <x> (pag. 188).
186
Selecteer [Cameragebruikersinstelling].
1
Selecteer
[Cameragebruikersinstelling] op het
tabblad [7] en druk vervolgens op <0>.
Selecteer [Registreer].
2
Leg de gewenste items vast.
3
Draai het instelwiel <5>naar de
programmakeuzewiel-positie waarin de
camera-instellingen worden opgeslagen,
en druk vervolgens op <0>.
Als het bevestigingsdialoogvenster
wordt weergegeven, selecteert u [OK]
en drukt u op <0>.
De huidige camera-instellingen
worden vastgelegd onder de stand C*
van het programmakeuzewiel.