y FlitsbelichtingscompensatieN
Net als bij de gewone belichtingscompensatie kunt u ook een
belichtingscompensatie voor flitslicht instellen. U kunt de
flitsbelichtingscompensatie instellen in ±2 stappen met tussenstappen van 1/3.
verhoogde belichting
verminderde belichting
Als [8C.Fn II -4: Auto Lighting Optimizer (Auto Helderheid
Optimalisatie)] (pag. 177) is ingeschakeld, is het effect van de
belichtingscompensatie en flitsbelichtingscompensatie mogelijk
minimaal. Stel deze in op [3: Uitschakelen] als u optimaal resultaat van
de instelling van de belichtingscompensatie wilt bereiken.
Als u de flitsbelichtingscompensatie op de Speedlite uit de EX-serie en op de camera
instelt, wordt de instelling voor de flitsbelichtingscompensatie van de Speedlite
gebruikt in plaats van die van de camera. Als u de flitsbelichtingscompensatie van de
Speedlite uit de EX-serie instelt op de Speedlite, wordt die instelling gebruikt,
ongeacht de flitsbelichtingscompensatie die op de camera is ingesteld.
De waarde voor de belichtingscompensatie blijft van toepassing, zelfs nadat u de aan-
uitschakelaar op <2> hebt gezet.
U volgt dezelfde procedure als wanneer u een Speedlite uit de EX-serie gebruikt.
De flitsbelichtingscompensatie van de Speedlite kan op de camera worden ingesteld.
Druk op de knop <m>.
1
Stel de waarde voor de
2
belichtingscompensatie in.
Terwijl u naar het LCD-paneel of de zoeker
kijkt, draait u aan het instelwiel <5>.
Om de flitsbelichtingscompensatie te
annuleren, stelt u deze waarde weer in op <E>.
Als u de ontspanknop half indrukt, wordt
het pictogram <y> in de zoeker en op
het LCD-paneel weergegeven.
Maak de opname.
3
De ingebouwde flitser gebruiken
(9)
109