a.
Draai de draaibare montageplaat met vacuümpomp terug in de omkasting.
b.
Plaats de bevestigingsbouten (1) terug in de draaibare montageplaat (3) en draai ze vast.
8.6
Olienevelfilter vervangen
Het olienevelfilter voorkomt dat er oliedamp uitgestoten wordt met de uitlaatlucht van de
vacuümpomp. Indien het filter verzadigd raakt, is het niet langer mogelijk om maximale vacuüm
te bereiken. Vervang het filter in geval van vacuümproblemen, of zoals gespecificeerd in
Onderhoudsschema op pagina 63.
8.6.1
Pomp 8 m
U verwijdert het oude olienevelfilter met de volgende stappen:
1.
Verwijder de filterafdekking (3) van de vacuümpomp (1) en leg deze apart.
2.
Verwijder het olienevelfilter (2) uit de vacuümpomp.
Plaats een nieuw olienevelfilter met de volgende stappen:
3.
Draai het nieuwe filter in de vacuümpomp.
Zorg ervoor dat de O-ring juist geplaatst is op de filterinlaat.
4.
Monteer de apart gelegde filterafdekking.
3
/u
Figuur 18: Olienevelfilter vervangen (pomp 8 m
3
/u)
Onderhoud
67