8
Onderhoud
Neem bij het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden altijd de volgende veiligheidsregels in
acht.
• Alleen getrainde technici mogen de beschreven onderhoudswerkzaamheden uitvoeren.
• Ontkoppel altijd de stroomtoevoer door de stekker los te koppelen.
• Test de machine nadat onderhoudswerkzaamheden of reparaties zijn uitgevoerd, zodat het
zeker is dat de machine weer veilig gebruikt kan worden.
8.1
Machineteller (Neo)
De machinetellerfunctie registreert de bedrijfstijd van de machine en diverse functies. Deze functie
kan worden gebruikt om informatie te verzamelen over de status en het gebruik van de machine.
Zie Neoparametertabel voor de Neo-parametertabel, die een overzicht geeft van de
parameters die voor specifieke serviceniveaus kunnen worden gewijzigd.
1.
Open het menu door ten minste 3 seconden op het pompreinigingspictogram (22) te drukken.
2.
Voer de dealercode 4753 in.
3.
Ga in de lijst (met + (21) en – (20)) naar A4 Conditioneringscycli voor het totale aantal cycli
dat door het pompconditioneringsprogramma is uitgevoerd, ga naar A5 Bedrijfscycli voor het
totale aantal cycli (*10) dat de machine heeft gedraaid en naar A6 Bedrijfsuren voor het totale
aantal uur dat de pomp in bedrijf is geweest. Druk op Enter (23) om de gewenste waarde weer
te geven.
4.
Verlaat het menu door ten minste 3 seconden op het pompreinigingspictogram (22) te
drukken.
8.2
Onderhoudsschema
Het onderstaande schema toont de onderhoudsactiviteiten die uitgevoerd moeten worden en het
interval waarmee deze activiteiten moeten worden uitgevoerd.
Voor specifieke beschrijvingen voor het uitvoeren van de onderhoudsactiviteiten raadpleegt u de
desbetreffende sectie binnen Onderhoud op pagina 63.
Activiteit *
Reiniging
De machine reinigen.
Inspecties
Controleer het olieniveau.
Voer het pompreinigingsprogramma uit.
1-D 1-W 6-M 1-Y 4-Y
X
X
X
Onderhoud
63