7.1
Bedieningselementen op het Neo-bedieningspaneel
Met het aanraakbedieningspaneel van de Neo kan de machine worden bediend en kunnen
programma's worden gewijzigd.
Figuur 16: Neo-bedieningspaneel
1.
Bedieningspaneel starten
Raak de aan/uit-knop (23) aan om het bedieningspaneel en de machine in te schakelen.
2.
Programmadisplay (1)
Toont het geselecteerde programma.
3.
Een programma selecteren
Raak + (21) of – (20) aan om het gewenste programma te selecteren.
4.
Programma-instellingen wijzigen
Door de functiepictogrammen 16-19 aan te raken, wordt de programmeringsmodus
ingeschakeld, die wordt gebruikt om de programma-instellingen te wijzigen.
Een programma starten
Door het deksel te sluiten wordt het geselecteerde programma gestart. Het bedieningspaneel toont
de stappen die worden uitgevoerd tijdens de uitvoering van een programma.
Pompreinigingspictogram (pictogram 22)
Het pompreinigingspictogram (22) kan worden gebruikt om het pompreinigingsprogramma te
activeren. Vocht kan door de olie geabsorbeerd worden als de pomp alleen korte cycli draait
of als u vochthoudende producten verpakt. Dit programma verwijdert vocht uit de olie van de
vacuümpomp. Zie Pompreinigingsprogramma uitvoeren op pagina 64 voor instructies.
• 1, 2: Scherm;
• 3a, 3b, 3c: Eenheden;
• 4-9: Optiepictogrammen;
• 10-15: Programmapictogrammen;
• 16-19: Functiepictogrammen;
• 20 (-), 21 (+): Wijzigingspictogrammen;
• 22: Pompreinigingspictogram;
• 23: Voedingspictogram;
• 24: Enter-/bevestigingspictogram.
Bediening van Neo
51