Afbeelding 4-1
Batterijlader met oplaadvak
2.
Binnen 5 seconden detecteert de batterijlader automatisch de aanwezigheid van de Li-ionbatterij.
3.
De status van de batterijlader wordt op het bedieningspaneel aangegeven (zie afbeelding 4-2).
Afbeelding 4-2
Bedieningspaneel van de batterijlader
4.
Wanneer dit nodig is, voert de batterijlader automatisch een testcyclus uit. Dit vindt minimaal eens
in de 30 dagen automatisch plaats (zie voor nadere informatie de gebruikershandleiding voor het
AutoPulse-voedingssysteem).
NB:
Verwijder een Li-ionbatterij pas uit de batterijlader nadat het opladen is voltooid, omdat de
gebruiksduur van de batterij anders korter wordt.
NB:
Verwijder een Li-ionbatterij tijdens een testcyclus niet uit de batterijlader, omdat het anders niet
duidelijk is hoelang de gebruiksduur van de batterij zal zijn. Als een batterij tijdens een
testcyclus wordt verwijderd, gaat de batterijlader automatisch op een testcyclusmodus over
wanneer de batterij daarna weer in de batterijlader wordt geplaatst.
Pagina 4-2
Gebruikershandleiding voor de