Gebruikershandleiding voor de
2.2
De batterij installeren en verwijderen
Verwijder een opgeladen batterij uit de batterijlader. Ga na of de batterij volledig is opgeladen voordat u
deze in het platform inbrengt (zie voor nadere informatie de Gebruikershandleiding voor het AutoPulse-
voedingssysteem). Vervang de in het platform resterende batterij door een volledig opgeladen batterij.
2.2.1
De AutoPulse-Li-ionbatterij installeren en verwijderen
Afbeelding 2-11
Installatie en verwijdering van de AutoPulse-Li-ionbatterij
Controleer eerst of de batterijklem is weggedraaid voordat u de Li-ionbatterij installeert, zodat u de
Li-ionbatterij in het batterijvak kunt schuiven (zie afbeelding 2-11). Vervolgens schuift u de Li-ionbatterij
in het batterijvak in het platform. De Li-ionbatterij moet op zijn plaats vastklikken en moet verzonken
liggen in het platform. Ook de vingerklem voor de Li-ionbatterij moet verzonken liggen in het platform
zodat de rode strook aan de binnenkant van de vingerklem niet te zien is. Draai de batterijklem
vervolgens zo nodig in de juiste positie.
De Li-ionbatterij heeft een mechanisme dat ervoor zorgt dat deze slechts in één richting kan worden
ingebracht. Als er weerstand wordt ondervonden, controleert u of de batterij de juiste oriëntatie heeft
en nergens door wordt geblokkeerd en de batterijklem open staat.
Batterijklem
Batterijklem geopend
Vingerklem
Voorkant
Vergrendeling
van batterij
Batterijklem gesloten
Pagina 2-9