Bediening
Tips om energie te besparen
^ Haal alle accessoires uit de oven die
niet voor een bereiding nodig zijn.
^ Verwarm de oven alleen voor als dat
in het recept of de bereidingstabel
staat.
^ Open de deur niet onnodig tijdens
een bereiding.
^ Kies in het algemeen de laagste tem-
peratuur uit het recept of de
bereidingstabel en controleer het
product na de kortste tijd.
^ Gebruik de ovenfunctie "Hetelucht
plus U". U werkt dan met 10–30 °C
lagere temperaturen dan bij andere
ovenfuncties.
^ Voor veel grillgerechten kunt u de
ovenfunctie "Circulatiegrill \" ge-
bruiken. U grilleert dan met lagere
temperaturen dan bij andere
grilleerfuncties op maximale tempe-
ratuur.
Benutting restwarmte
Bij bereidingen met temperaturen bo-
ven 140 °C en bereidingstijden van
meer dan 30 minuten kunt u de tempe-
ratuurschakelaar ca. 5 minuten voor af-
loop van de bereiding op ß zetten. De
ovenverwarming wordt nu uitgescha-
keld, maar de restwarmte is nog vol-
doende om de bereiding af te ronden.
34
Eenvoudig gebruik
^ Plaats het voedingsmiddel in de
oven.
^ Kies met de functieschakelaar de ge-
wenste ovenfunctie.
De ovenverlichting en de ventilator wor-
den ingeschakeld.
^ Stel met de temperatuurschakelaar
de temperatuur in.
De ovenverwarming wordt ingescha-
keld.
Na het bereiding:
^ Zet de functieschakelaar op 0 en de
temperatuurschakelaar op ß.
^ Haal het voedingsmiddel uit de oven.
Koelventilator
Om te voorkomen dat er vocht in de
ovenruimte, op het bedieningspaneel of
in de keukenkast neerslaat, blijft de
ventilator na een bereiding nog enige
tijd ingeschakeld.
De ventilator wordt automatisch uitge-
schakeld als de ovenruimte onder een
bepaalde temperatuur komt.