34.9.2 Resultaatacties methode (beslissingsboomdiagram)
U kunt selecteren welke acties moeten worden uitgevoerd na een specifiek resultaat. Als bijvoorbeeld een
MRSA-schaal positief wordt bevonden, kunt u deze direct laten doorsturen naar het toepasselijke werkstation
of de toepasselijke kwalificatie.
1
Selecteer Edit (Bewerken) in het veld Method Results Actions (Resultaatacties methode).
Het tabblad Condition (Voorwaarde) wordt dan geopend in het scherm DT Node Properties
(Beslissingsboomdiagram knooppunteigenschappen):
2
Selecteer een van de ondersteunde Supported Outputs (Ondersteunde uitvoer) in het
vervolgkeuzemenu.
3
Geef een operator op.
4
Geef met de pijltoetsen een waarde in het veld Value (Waarde) op en selecteer vervolgens OK.
In het bovenstaande voorbeeld is procentuele groei (Growth (%p3) geselecteerd als ondersteunde uitvoer
(als deze groei <= geen groei). De uit te voeren actie op basis van dit methoderesultaat wordt weergegeven:
Selecteer True (Waar) om te configureren welke acties worden uitgevoerd als het monsterresultaat waar is
(bijvoorbeeld indien er geen groei is). Selecteer False (Onwaar) om te configureren welke acties worden
uitgevoerd als het monsterresultaat onwaar is. De configuratieopties zijn voor beide resultaten hetzelfde.
1
Op het tabblad Flags (Markeringen) kunt u meerdere opties selecteren. Als het resultaat waar is, wordt
het monster gemarkeerd.
34-Vision Toolbox
34-309