Inhoudsopgave
Advertenties
BD Kiestra™ TLA-gebruikershandleiding
34.6 De opbouwfase
Het hoofdvenster van de fase Construct (Opbouwen) omvat de volgende velden:
1
Het veld Method (Methode)
2
De kolom met gegevens en instellingen
3
De kolom Tools (Hulpprogramma's)
Het veld Method (Methode)
In het bovenste blok in het veld wordt de methode weergegeven. Het blok vermeldt de naam van de methode
en is rood omlijnd. Onder dit blok wordt het blok met hulpprogramma's weergegeven en dit blok is groen
omlijnd. Alle parameters van de hulpprogramma's worden links (invoer) en rechts (uitvoer) weergegeven.
Parameters worden weergegeven als vierkant met daarin een pictogram dat het type parameter aanduidt.
Als u de muis op een hulpprogramma plaatst en dit selecteert, wordt het hulpprogramma gemarkeerd en
omlijnd. Alle invoerparameters van het hulpprogramma worden links in het scherm weergegeven. Als u een
invoerparameter hebt geselecteerd, wordt de parameter gemarkeerd en omlijnd. Als de invoerparameters
van de methode gekoppeld kunnen worden aan de geselecteerde invoerparameter, worden deze ook
weergegeven. Als de geselecteerde parameter is gekoppeld aan een andere parameter, wordt de
gekoppelde parameter weergegeven in een andere kleur zodat in een oogopslag te zien is welke
parameters gekoppeld zijn.
Wanneer de methode wordt geselecteerd, worden de uitvoerparameters rechts weergegeven.
Als een invoer van een hulpprogramma of een uitvoer van een methode wordt geselecteerd, worden alle
uitvoeren weergegeven die hieraan zijn gekoppeld. Door een uitvoer te selecteren, koppelt u deze met de
geselecteerde invoer of uitvoer. Dankzij de koppeling is de overdracht van gegevens door de methode
gewaarborgd. Wanneer u een invoer koppelt aan een uitvoer, zorgt u ervoor dat, wanneer de methode wordt
uitgevoerd, de invoer gegevens ontvangt van de gekoppelde uitvoer.
Indien gewenst, kunt u hulpprogramma's verwijderen in het veld Method (Methode). Door deze handeling
kunnen gemaakte koppelingen verloren gaan als de gekoppelde invoer of uitvoer niet meer bestaat, of als
deze niet meer in de juiste volgorde staan (een invoer verkrijgt altijd gegevens van een voorafgaand
hulpprogramma).
34-298
OPMERKING
Als een invoer niet wordt gekoppeld, is deze ook niet zichtbaar
in het deelvenster Construct (Opbouw).
Advertenties
Inhoudsopgave
