Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Spreidpatronen; Inleiding; Beschrijving Van De Spreidpatronen Van Inoqula; Spreidpatroon Van Inoqula+ In Vergelijking Met Inoculatie Op Basis Van Herhaald Uitstrijken - BD Kiestra Total Lab Automation Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Kiestra Total Lab Automation:
Inhoudsopgave

Advertenties

28

Spreidpatronen

28.1 Inleiding

Het doel van dit hoofdstuk is InoqulA+-gebruikers vertrouwd te maken met de beschikbare spreidpatronen
voor magnetische kogeltjes en om ondersteuning te bieden bij het selecteren van de juiste patronen voor
specifieke toepassingen.
De InoqulA+ beschikt over een standaardset van vijf primaire spreidpatronen en tien secundaire
spreidpatronen.
Het monstervolume en de spreidingspatronen zijn geconfigureerd in de DB Manager-software.

28.2 Beschrijving van de spreidpatronen van InoqulA+

28.2.1 Spreidpatroon van InoqulA+ in vergelijking met inoculatie op basis van herhaald
uitstrijken
In vergelijking met technieken op basis van herhaald uitstrijken kan de spreidmethode van InoqulA+ meer
geïsoleerde kolonies vormen, met name bij monsters met een hoog gehalte aan microben. Bovendien
kunnen de kogeltjes een groter oppervlak inoculeren met meer uitstrijken dan bij op herhaling gebaseerde
methodes. Een spreidpatroon van InoqulA+ is beter te reproduceren, waardoor meer consistente patronen
en kolonietellingen ontstaan dan bij herhaald handmatig uitstrijken.

28.2.2 Kenmerken van de spreidpatronen

Een spreidpatroon omvat diverse belangrijke variabelen. Deze zijn onder andere het pad van het kogeltje op
het agaroppervlak, de begin- en eindpositie van het kogeltje en de snelheid van het kogeltje. De combinatie
van het pad en de snelheid van het kogeltje bepalen de tijd die nodig is om het spreidpatroon te voltooien.

28.3 Selectie van het spreidpatroon

Een spreidpatroon moet worden gekozen op basis van het type monster, de gewenste spreiduitkomst
(kwadrant of zigzag) en het geanticipeerde gehalte aan microben in het monster (laag, gemiddeld of hoog).
Het wijzigen van de methode van aanbrengen (bijvoorbeeld door het wijzigen van het inoculatievolume of
het veranderen van het spreidpatroon) kan leiden tot andere spreidresultaten voor hetzelfde monster.
Het geselecteerde patroon moet herstel van organismen mogelijk maken en voldoende geïsoleerde kolonies
produceren voor het opwerken van de cultuur. Meerdere factoren, zoals de methode van het verzamelen
van monsters, de temperatuur tijdens het transport en de transporttijd, kunnen van invloed zijn op het
resulterende spreidpatroon. Gebruikers moeten daarom verschillende spreidpatronen testen en valideren
om te bepalen welke patronen de beste resultaten opleveren voor hun vereisten.
Spreidpatronen kunnen worden verdeeld in twee groepen: primaire en secundaire patronen. Primaire
patronen worden aanbevolen voor routinegebruik en zullen voldoen aan de eisen van de meeste gebruikers.
De secundaire patronen zijn beschikbaar om tegemoet te komen aan specifieke
gebruikerseisen. Secundaire patronen kunnen worden gebruikt om aangepaste aanbrengingsmethoden te
ontwikkelen en deze aanbrengingsmethoden moeten door de gebruiker worden gevalideerd.

28.4 De mate van groei op een schaal onder controle houden

De totale mate van groei op een schaal en het aantal geïsoleerde kolonies hangt af van het
monstermateriaal, het monstervolume en het spreidpatroon. Door een specifiek spreidpatroon te selecteren
kan het aantal afzonderlijke, geïsoleerde kolonies of de semi-kwantitatieve groeiverdeling worden
geoptimaliseerd per monstertype. Bij vloeibare monsters is het volume van het geïnoculeerde monster van
invloed op de totale mate van groei en het aantal geïsoleerde kolonies.
1-7
28-231

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave