leiding). Als de LED van de toets brandt, is de daarop geprogrammeerde
functie actief (ingeschakeld). Als de geprogrammeerde functie met de actuele
instellingen van uw toestel in aanvaring komt, krijgt u (nadat u de desbetref-
fende functietoets heeft ingedrukt) een menu, waarmee u de functie weer
kan in- of uitschakelen.
Als toelichting dienen de beide volgende voorbeelden.
Voorbeeld 1 "afleiding van MSN-groepen"
Als u de afleiding van een MSN-groep op een functietoets heeft gepro-
grammeerd, wordt de LED ingeschakeld, als alle MSN's van deze groep
naar het ingestelde bestemmingsnummer zijn afgeleid. Is een afzonderlijk
MSN naar een ander bestemmingsnummer of zelfs niet afgeleid, dan is de
LED uit.
Als u nu de functietoets indrukt, krijgt u het menu waarin u de functie kan
in- of uitschakelen. Daarbij worden de individuele bestemmingsnummers
voor de afzonderlijke MSN's van de groep overschreven en moeten deze
indien nodig opnieuw worden geprogrammeerd. Met Aan leidt u alle MSN's
van de groep weer naar het oorspronkelijk geprogrammeerde bestem-
mingsnummer af. Naar keuze kunt u ook een nieuw bestemmingsnummer
vastleggen. Met Uit deactiveert u alle oproepafleidingen voor alle MSN's
van de groep.
Voorbeeld 2 "Bescherm. 2de opr."
Als u de "Bescherm. 2de opr." op een functietoets heeft geprogrammeerd,
wordt de LED ingeschakeld, als de bescherming 2de oproep voor alle
gesprekstoetsen van uw telefoon ingeschakeld is. Als u de bescherming
2de oproep voor een afzonderlijke gesprekstoets uitschakelt, is de LED uit.
Als u nu de functietoets indrukt, krijgt u het menu waarin u de functie in-
of uitschakelt. Daarbij wordt de bescherming tweede oproep voor de
afzonderlijke toets gewist en moet indien nodig opnieuw worden gepro-
grammeerd. Met Aan schakelt u de bescherming 2de oproep voor alle
gesprekstoetsen weer in. Met Uit schakelt u de bescherming 2de oproep
voor alle toetsen uit.
Eigenschappen en MenuCards
Toetsen programmeren
147