Inhoudsopgave
Advertenties
3 = 12V of 24V batterij
Het is een goede gewoonte om dubbele kabels te gebruiken, d.w.z.:
1. een (+) batterijkabel van de hoofdstroomzekering (eventueel via een batterijschakelaar) naar de inkomende hoofdpool
van het startrelais; en
2. een (-) aardingskabel van de negatieve pool van de batterijen naar de negatieve pool van de elektromotor.
Een korte (-) aardingskabel naar de carrosserie van het voertuig is gevoelig voor oxidatie, slecht contact en storingen.
Bovendien is het niet toegestaan op veel moderne bedrijfsvoertuigen.
12.2 MONTAGE VAN DE (+) BATTERIJKABEL EN DE (-) AARDINGSKABEL
Om de betrouwbaarheid van de laadklep gedurende vele jaren te garanderen, is het uiterst belangrijk dat de batterijen, hun
laadstroomsysteem, de batterij- en aardingskabels en de zekeringen voldoende sterk gedimensioneerd zijn en met zorg worden
aangebracht volgens de hierboven vermelde instructies. Onvoldoende batterijspanning veroorzaakt onherstelbare schade aan
de elektrische componenten van de laadvloer (startrelais, elektromotor, elektrische schakelaars enz.).
Veel voertuigconstructeurs geven specifieke instructies waar de (+) batterijkabel en de (-) aardingskabel aangesloten moeten
worden, welke zekeringen gebruikt moeten worden enz. Zorg ervoor dat u deze instructies naleeft bij het monteren van
laadkleppen. Als dergelijke instructies in strijd blijken met de montagevoorschriften van DHOLLANDIA, neem dan contact op
met de voertuigimporteur of met DHOLLANDIA voor bijkomend advies.
Let er bij het monteren van kabels op dat deze niet geknipt, geknepen, geschaafd, verhit of gesmolten kunnen worden of
anderszins beschadigd kunnen raken door de op het voertuig gemonteerde apparatuur of door de bewegende delen van de
laadklep.
Zorg ervoor dat de kabels de ophanging van het voertuig, de rem- en hydraulische circuits of de kabelbomen van het voertuig
NIET verstoren. Zorg ervoor dat de kabels voldoende ver van de uitlaatpijp en andere warmte uitstralende onderdelen zijn
gemonteerd.
De onderstaande instructies tonen één type voertuig. De uitgelegde methoden en procedures gelden echter voor de montage
op alle soorten voertuigen. Contacteer in geval van twijfel uw nationale DHOLLANDIA verdeler. Zie contactinformatie op pagina
4.
Monteer beschermende buizen over de volledige lengte van
de (+) batterijkabel en de (-) aardingskabels. Begin waar
deze kabels de hydraulische groep verlaten.
Vergewis u ervan dat deze pijp geschikt is voor
automobieldoeleinden en dat de klasse ervan is aangepast
aan mogelijke nabijgelegen warmtebronnen. Gelieve bij
twijfel uw nationale DHOLLANDIA verdeler te contacteren.
Zie contactinformatie op pagina 4.
Bepaal zorgvuldig de beste manier om de (+) batterijkabel
en de (-) aardingskabel naar de batterij te leiden.
Neem zeker de bovenstaande OPMERKING in acht!
Als de batterij gemonteerd is aan de andere kant dan waar
de kabel de hydraulische groep verlaat, wordt aanbevolen
om de kabel bij de eerst mogelijke dwarsbalk van het
chassis naar de andere kant te leiden.
DHOLLANDIA
OPMERKING
VOORBEELD
37
Advertenties
Inhoudsopgave
