12 ELEKTRISCHE INSTALLATIE
12.1 INLEIDING
De elektrische stroom naar de laadklep kan op 2 manieren georganiseerd worden:
1. Manier 1: batterijschakelaar gemonteerd aan de stoel van de chauffeur. Deze schakelaar is gemonteerd op de (+)
batterijkabel van 16 of 25 mm² van de batterij naar het startrelais in de hydraulische groep.
2. Manier 2: cabineschakelaar. Deze schakelaar is gemonteerd op de elektrische voeding van 1 mm² naar de
bedieningskast. Hij laat de chauffeur niet toe om de hydraulische groep van de batterij af te schakelen, enkel om de
buitenbediening te activeren/deactiveren.
Legende:
1 = (+) batterijkabel
2 = (-) aardingskabel
DHOLLANDIA
4 = buitenbedieningskast
5 = batterijschakelaar
6 = startrelais
36
7 = elektromotor
8 = cabineschakelaar