7 VOORBEREIDING VAN HET VOERTUIGCHASSIS EN DE LAADKLEP
Plaats het voertuig boven een smeerput of hef het op met
behulp van een hefbrug of hydraulische krikken. Zorg
ervoor dat u voldoende toegang hebt aan de onderkant
van het voertuig, zodat de montage op een relaxte en
veilige manier kan gebeuren.
Verwijder de reservewielhouder, een deel van de
uitlaatpijp (indien nodig) en alle andere onderdelen die in
de weg zouden zitten bij de montage van het
laadklepframe.
Vergelijk de maximale montageparameters aangegeven in de MONTAGETEKENINGEN met de feitelijke voertuigmaten. Als
de feitelijke maten buiten de maximale montageparameters vallen, ga dan NIET verder en neem contact op met uw nationale
DHOLLANDIA verdeler voor bijkomend advies. Zie contactinformatie op pagina 4.
Controleer dat u de juiste montageplaten hebt. Bepaal de omvang van het werk om eerst de montageplaten op het
voertuigchassis te monteren en vervolgens het laadklepframe op de montageplaten te monteren.
DHOLLANDIA
10