Samenvatting van Inhoud voor Daikin VRV IV-S RXYSQ8TMY1B
Pagina 1
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker VRV IV-S-systeem airconditioner RXYSQ8TMY1B Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker RXYSQ10TMY1B Nederlands VRV IV-S-systeem airconditioner RXYSQ12TMY1B...
Inhoud 6.3.5 Afvoer voorzien ............18 Inhoud 6.3.6 Ervoor zorgen dat de buitenunit niet kan omvallen..18 De koelmiddelleiding aansluiten..........18 6.4.1 Over het aansluiten van de koelmiddelleidingen ..18 6.4.2 Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van 1 Algemene veiligheidsmaatregelen koelmiddelleidingen ............. 18 Over de documentatie ...............
1 Algemene veiligheidsmaatregelen 9 Aan de gebruiker overhandigen 20 Opsporen en verhelpen van storingen 20.1 Storingscodes: Overzicht ............69 10 Onderhoud en service 20.2 Symptomen die geen storingen van de airconditioner zijn..70 10.1 Overzicht: Onderhoud en service..........43 20.2.1 Symptoom: Het systeem werkt niet ......
Kinderen mogen die door Daikin gemaakt of goedgekeurd werden. niet met het toestel spelen. Reiniging en onderhoud door de gebruiker mogen niet worden uitgevoerd door kinderen zonder WAARSCHUWING toezicht.
1 Algemene veiligheidsmaatregelen OPMERKING WAARSCHUWING ▪ Plaats GEEN voorwerpen, apparatuur of uitrustingen Zet, tijdens testen, het product NOOIT onder een druk bovenop de unit. hoger dan de maximaal toegestane druk (vermeld op het naamplaatje van de unit). ▪ Zit, klim of sta NIET op de unit. WAARSCHUWING OPMERKING Neem voldoende maatregelen wanneer koelmiddel zou...
1 Algemene veiligheidsmaatregelen ▪ Vul bij met koelmiddel in vloeibare vorm. Het koelmiddel in WAARSCHUWING gasvormige fase toevoegen kan de normale werking verstoren. Indien deze NIET standaard werd geplaatst, moet een hoofdschakelaar (of een ander middel om uit te schakelen) VOORZICHTIG tussen de vaste bedrading geplaatst worden;...
Laatste herzieningen van de meegeleverde documentatie kunnen op de regionale Daikin-website of via uw dealer beschikbaar zijn. De documentatie is oorspronkelijk in het Engels geschreven. Alle andere talen zijn vertalingen. Voor de installateur Buitenunit Over de doos 3.2.1...
3 Over de doos 10+12 HP 3.2.3 Accessoires van de buitenunit verwijderen 1 Verwijder servicedeksel. "6.2.2 De buitenunit openen" op pagina 17. 2 Verwijder de accessoires. 8 HP 10+12 HP 1× 1× 1× 1× 4× 3.2.2 Omgaan met de buitenunit Draag de unit langzaam zoals weergegeven: 1×...
4 Over de units en opties Systeemlay-out Over de units en opties OPMERKING Overzicht: Over de units en opties Het systeem mag niet worden ontworpen bij een temperatuur van minder dan –15°C. Dit hoofdstuk bevat informatie over: INFORMATIE ▪ Identificatie van de buitenunit. Niet elke combinatie van binnenunits is toegelaten.
5 Voorbereiding INFORMATIE 5.2.1 Vereisten inzake de plaats waar de buitenunit geïnstalleerd wordt ▪ VRV DX-binnenunits mogen niet worden gecombineerd met RA DX-binnenunits. INFORMATIE ▪ RA DX-binnenunits mogen niet worden gecombineerd Lees ook de volgende vereisten: met AHU-binnenunits. ▪ Algemene vereisten voor de installatieplaats. Zie het ▪...
5 Voorbereiding ▪ Geluidsgevoelige zones (zoals naast een slaapkamer en Draai de luchtuitlaatkant in de richting van de muur van het gebouw, dergelijke), zodat het geproduceerd geluid in bedrijf geen overlast hek of scherm. veroorzaakt. Opmerking: Als het geproduceerd geluid in reële omstandigheden wordt gemeten, gemeten...
5 dagen, met een relatieve vochtigheidsgraad de koelmiddelleidingen) van meer dan 95%, dan bevelen wij aan om een Daikin- Totale hoeveelheid koelmiddel (kg) in het reeks te gebruiken die specifiek is ontworpen voor...
5 Voorbereiding Als de ruimte opgedeeld is, maar een opening aanwezig is 5.3.2 Materiaal koelmiddelleidingen tussen de ruimten die voldoende groot is om een vrije ▪ Materiaal leidingen: Met fosforzuur gedeoxideerd naadloos luchtcirculatie toe te laten. koper. ▪ Temperingsgraad en dikte van de leidingen: Buitendiameter Hardingsgraad Dikte (t)
5 Voorbereiding ▪ Neem de leidingdiameter die het dichtst bij de gevraagde diameter Capaciteitsindex Leidingmaat (buitendiameter) (mm) ligt. binnenunit Gasleiding Vloeistofleiding ▪ Gebruik de gepaste adapterstukken voor de overgang van 63~140 15,9 leidingen met inch-maten naar leidingen met mm-maten (lokaal te 19,1 voorzien).
5 Voorbereiding 5.3.5 Lengte koelmiddelleiding en hoogteverschil De leidinglengten en hoogteverschillen moeten voldoen aan de volgende vereisten. Twee patronen komen aan bod: • Buitenunit met 100% VRV DX-binnenunits • Buitenunit met 100% RA DX-binnenunits Vereiste Limiet RXYSQ8 RXYSQ10 RXYSQ12 VRV DX RA DX VRV DX RA DX VRV DX RA DX...
6 Installatie Voorbeeld 1 (VRV DX-binnenunits) Voorbeeld 2 (RA DX-binnenunits) Voorbeeld 1.1 Voorbeeld 1.2 Voorbeeld 1.3 Refnet-verbinding Refnet-verdeler BP-box VRV DX-binnenunits 11~18 RA DX-binnenunits De elektrische bedrading Model Minimum Aanbevolen circuitampère zekeringen voorbereiden RXYSQ8 18,5 A 25 A RXYSQ10 22 A 25 A 5.4.1 Over het voldoen aan de normen inzake RXYSQ12 24 A 32 A...
6 Installatie ▪ De koelmiddelleiding controleren. 6.3.2 Voorzorgsmaatregelen bij de montage van de buitenunit ▪ Koelmiddel bijvullen. ▪ De elektrische bedrading aansluiten. INFORMATIE ▪ De installatie van de buitenunit voltooien. Lees ook de voorzorgsmaatregelen en vereisten in de ▪ De installatie van de binnenunit voltooien. volgende hoofdstukken: ▪...
6 Installatie 6.3.4 De buitenunit installeren Model Onderaanzicht (mm) RXYSQ10+12 4× M12 Afvoeropeningen 6.3.6 Ervoor zorgen dat de buitenunit niet kan omvallen Wanneer de unit staat waar hevige windstoten de unit kunnen doen overhellen, neem dan de volgende maatregelen: 6.3.5 Afvoer voorzien Sluit de kabels (lokaal te voorzien) als volgt aan.
6 Installatie GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN OPMERKING Houd rekening volgende voorzorgen betrekking tot de koelmiddelleiding: Koelmiddelleiding ▪ Zorg ervoor dat nooit ander koelmiddel dan het Te hardsolderen deel aangewezen koelmiddel koelmiddelcyclus Tape Handbediende klep vermengd wordt (bijv. lucht). Drukreduceerklep ▪...
6 Installatie Aanhaalmomenten Afmeting Aanhaalmoment N•m (rechtsom draaien om te afsluiter sluiten) (mm) Schacht Klephuis Zeskantsle Deksel Servicepoo utel (afsluiterde ksel) Ø9,5 5,4~6,6 4 mm 13,5~16,5 11,5~13,9 Ø12,7 8,1~9,9 18,0~22,0 Ø19,1 27,0~33,0 8 mm 22,5~27,5 Ø25,4 6.4.6 Dichtgeknepen leidingen verwijderen OPMERKING Deze waarden voor het aanhaalmoment gelden alleen WAARSCHUWING voor het openen van Ø19,1~Ø25,4 mm afsluiters.
6 Installatie 4× Ø6 mm 4 Doe het volgende: ▪ Sluit de vloeistofleiding (a) aan op de vloeistofafsluiter. (soldeersel) ▪ Sluit de gasleiding (b) aan op de gasafsluiter. (soldeersel) WAARSCHUWING OPMERKING Bij het solderen: Soldeer eerst de vloeistofzijdige Verwijder dichtgeknepen leiding nooit door...
6 Installatie Mogelijkheid 3: Naar de Mogelijkheid 4: Naar onder De koelmiddelleiding controleren zijkant 6.5.1 Over het controleren van de koelmiddelleidingen Zijn de werkzaamheden aan Werk de leidingen af. de koelmiddelleiding klaar? Waren de binnenunits en/of Gebruik procedure: c d d1 buitenunit al ingeschakeld? "Methode 1: Vóór inschakelen (gewone methode)".
6 Installatie "6.5.3 Koelmiddelleiding controleren: Opstelling" op pagina 23 2 Schakel de vacuümpomp uit zodra de waarde is bereikt en voor meer informatie over de stand van de kleppen. controleer of de druk minstens 1 minuut niet stijgt. 3 Als de druk stijgt, dan bestaat de mogelijk dat in het systeem 6.5.2 Koelmiddelleiding controleren: Algemene vocht aanwezig is (zie vacuüm drogen onder) of dat het...
6 Installatie ▪ Gebruik hittebestendig polyethyleenschuim dat bestand is tegen WAARSCHUWING een temperatuur van 70°C voor de vloeistofleidingen en ▪ Gebruik uitsluitend R410A als koelmiddel. Andere polyethyleenschuim dat bestand is tegen een temperatuur van stoffen kunnen ontploffingen ongelukken 120°C voor de gasleidingen. veroorzaken.
6 Installatie Bij te vullen hoeveelheid koelmiddel=R (kg). R moet worden afgerond in eenheden van 0,1 kg. De berekende hoeveelheid Koppel het verdeelstuk los van R=[(X ×Ø15,9)×0,18+(X ×Ø12,7)×0,12+(X ×Ø9,5)×0,059+(X ×Ø6,4) extra koelmiddel is bereikt de vloeistofleiding. ×0,022] De instructies van "Koelmiddel =Totale lengte (m) van vloeistofleiding maat Øa vullen (in handmatige stand 1...4...
6 Installatie 2 Breng het label aan op de binnenkant van de buitenunit. Er is INFORMATIE plaats voorzien voor het label op de afbeelding met het Het handmatig bijvullen van koelmiddel stopt automatisch bedradingsschema. na 30 minuten. Als het vullen na 30 minuten nog niet voltooid is, voert u de procedure voor bijvullen van De elektrische bedrading koelmiddel opnieuw uit.
6 Installatie Houd de transmissiebedrading buiten de unit samen met de lokale WAARSCHUWING leidingen. ▪ Gebruik ALLEEN koperdraden. Aftakkingen ▪ Controleer of de lokale bedrading voldoet aan de geldende wetgeving. Maximum aantal aftakkingen voor kabels tussen units ▪ Alle lokale bedradingen dienen conform het met het product meegeleverd bedradingsschema uitgevoerd te Transmissiebedrading Plastic snoeren met mantel van...
6 Installatie OPMERKING Draadtype Werkwijze om het frontrooster te plaatsen ▪ De bescherming van dit product tegen omgekeerde Eenaderige draad polariteit werkt alleen bij het opstarten van het product. Eventuele omgekeerde polariteit wordt dus niet AA´ A´ gedetecteerd tijdens de normale werking van het product.
6 Installatie 8 HP 10+12 HP Bedrading Schroefmaat Aanhaalmoment (N•m) Transmissiebedradin M3,5 0,8~0,97 6.8.5 De elektrische bekabeling op de buitenunit aansluiten (A1P) (A1P) OPMERKING ▪ Volg het bedradingsschema (bij de unit geleverd, op de binnenkant van het servicedeksel). ▪ Zorg ervoor dat de elektrische bedrading goed zit zodat het servicedeksel nadien weer goed kan worden aangebracht.
7 Configuratie 8 HP 10+12 HP Aansluiten op het Voor kabels die uit de unit komen, kan een frame beschermende mantelbuis worden aangebracht in de uitbreekopening. Bescherm de kabels met plastic buizen om te voorkomen dat de rand van de uitbreekopening in de kabels snijdt wanneer u geen mantelbuis gebruikt.
7 Configuratie Stand Beschrijving Model Drukknoppen Stand 2 Stand 2 wordt gebruikt voor het wijzigen van RXYSQ8 BS1: MODE: Voor het veranderen van lokale instellingen van het systeem. U kunt de instelmodus (lokale instellingen) actuele waarde van de lokale instelling BS2: SET: Voor lokale instelling raadplegen en wijzigen.
7 Configuratie Actie Knop/display 8 HP 10+12 HP Controleer de status van led H6P. H6P UIT: Unit werkt momenteel niet in de geluidsarme werking. H6P AAN: Unit werkt momenteel in de geluidsarme 10~12 min 1~2 min werking. Voorbeeld: 7 segmentendisplay – Stand 1 (in het geval van RXYSQ8) 8~10 min Lees instelling [1‑5] (= ...
7 Configuratie Verander de waarde van instelling [2‑8] (= T streeftemperatuur bij 7.2.7 Stand 1 (en standaardsituatie): Controle koelen) als volgt in 4 (= 8°C): instellingen Actie Knop/display In stand 1 (en in de standaardsituatie) kan informatie worden Begin vanuit de uitgelezen.
Pagina 34
7 Configuratie Instelling Waarde / Beschrijving Instelling Waarde / Beschrijving [1‑2] Unit werkt momenteel niet met [1‑5] Hiermee kunt u controleren of het stroomverbruikbegrenzing. Geeft de status totaal aantal geïnstalleerde Unit werkt momenteel met Geeft het totaal aantal van de werking binnenunits overeenstemt met stroomverbruikbegrenzing.
7 Configuratie 7.2.8 Stand 2: Lokale instellingen In stand 2 kunt u lokale instellingen uitvoeren om het systeem te configureren. De instellingen verschillen licht naar gelang van het model. • : Bij gebruik van het 7-segmentendisplay (RXYSQ10+12) • : Bij gebruik van het 7-segmentendisplay (RXYSQ8) (de led's geven de instelling en de waarde in binaire vorm weer) "7.3 Energie besparen en optimale werking" op pagina 37 voor meer informatie en advies over de impact van de volgende instellingen:...
Pagina 36
7 Configuratie Instelling Waarde Beschrijving (= binair) [2‑21] Gedeactiveerd. (standaard Stand koelmiddel aftappen/vacumeren. (= binair 1) (standaard) Om een vrije doorgang te creëren om koelmiddel uit Geactiveerd. het systeem af te tappen of om reststoffen te (= binair 2) Druk op BS1 (in het geval van RXYSQ8) of verwijderen of het systeem te vacumeren moet een BS3 (in het geval van RXYSQ10+12) om de instelling worden uitgevoerd waarbij de vereiste...
7 Configuratie Instelling Waarde Beschrijving (= binair) [2‑31] — Niveau stroomverbruikbegrenzing (stap 2) via de (= binair 1) externe besturingsadapter (DTA104A61/62). (standaard Deze instelling bepaalt het niveau van de (= binair 2) (standaard) stroomverbruikbegrenzing voor stap 2 als het systeem met stroomverbruikbegrenzing moet draaien wanneer een extern signaal naar de unit wordt gestuurd.
7 Configuratie 7.3.1 Mogelijke hoofdgebruiksmethoden [2‑8] -streefwaarde (°C) Basis De koelmiddeltemperatuur wordt vastgelegd onafhankelijk van de situatie. Dit komt overeen met de bekende standaardwerking van vorige VRV-systemen. In het geval van RXYSQ8: In het geval van RXYSQ8: Om dit te activeren in… Verander…...
7 Configuratie ▪ Bij het verwarmen mag de condensatietemperatuur, afhankelijk Om dit te activeren in… Verander… van de situatie, tijdelijk tot 46°C stijgen. Verwarmen [2‑82]=0 (in het geval van ▪ Wanneer de vraag van de binnenunits afneemt, gaat het systeem RXYSQ10+12).
8 Inbedrijfstelling Evolutie kamertemperatuur: Evolutie kamertemperatuur: Ingestelde temperatuur binnenunit Ingestelde temperatuur binnenunit Start werking Start werking Werkingsduur Werkingsduur Gematigd Gematigd Snel Snel Krachtig Krachtig 7.3.4 Voorbeeld: Automatische stand bij verwarmen Inbedrijfstelling 100% Overzicht: Inbedrijfstelling Na de installatie en wanneer de lokale instellingen zijn ingesteld moet de installateur de correcte werking controleren.
8 Inbedrijfstelling INFORMATIE Afsluiters Vergeet niet dat wanneer de unit voor het eerst wordt Zorg dat de afsluiters aan zowel de vloeistof- als de gebruikt, ze meer stroom kan verbruiken. Dit is te verklaren gaszijde open zijn. door het feit dat de compressor een inlooptijd van 50 uur Beschadigde onderdelen heeft alvorens hij vlot draait en een stabiel stroomverbruik Controleer de binnenkant van de unit op beschadigde...
8 Inbedrijfstelling 3 Controleer of het systeem in de standaardsituatie (stilstand) 8.4.2 Proefdraaien (7-segmentendisplay) staat; zie "7.2.4 Stand 1 of 2 activeren" op pagina 31. Druk Gebruik deze procedure in het geval van RXYSQ8. minstens 5 seconden op BS2. De unit begint het proefdraaien. 1 Controleer of alle gewenste lokale instellingen zijn ingesteld;...
9 Aan de gebruiker overhandigen 8 HP 10+12 HP 8.4.5 Gebruik van de unit Na de installatie en het proefdraaien van de buitenunit en binnenunits is het systeem klaar voor gebruik. De gebruikersinterface van de binnenunit moet ingeschakeld zijn om C–...
11 Opsporen en verhelpen van storingen Model Resultaat GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE RXYSQ8 Na bevestigen worden de expansiekleppen van de binnenunits en de buitenunit volledig WAARSCHUWING geopend. H1P begint te branden en op de Om gevaar als gevolg van het per ongeluk resetten van de gebruikersinterface van alle binnenunits thermische beveiliging te voorkomen, mag dit toestel NIET verschijnt TEST (proefdraaien) en...
Pagina 45
11 Opsporen en verhelpen van storingen Hoofdcode Oorzaak Oplossing ▪ De afsluiter van een buitenunit is dicht gelaten. ▪ Op de afsluiter aan zowel de gas- als de vloeistofzijde. ▪ Onvoldoende koelmiddel ▪ Controleer of het bijvullen van extra koelmiddel goed werd beëindigd.
Pagina 46
11 Opsporen en verhelpen van storingen In het geval van RXYSQ10+12: Hoofdcode Subcode Oorzaak Oplossing Aardlekdetector geactiveerd Herstart de unit. Raadpleeg uw verdeler als het probleem niet is opgelost. Hogedrukschakelaar geactiveerd (S1PH) - A1P Controleer toestand van afsluiter of problemen met (X4A) (lokale) leidingen of luchtstroom over luchtgekoelde spiraal.
13 Technische gegevens 13.3 Serviceruimte: Buitenunit In het geval van RXYSQ8: • Wanneer u units naast elkaar installeert, moeten de leidingen langs voor, langs achter of langs onder worden gevoerd. In dat geval kunnen de leidingen niet langs de zijkant worden gevoerd. •...
13 Technische gegevens 13.6 Bedradingsschema: Buitenunit Het bedradingsschema is bij de unit geleverd, op de binnenkant van het servicedeksel. RXYSQ8 3N~ 380-415 V 50 Hz L1 L2 L3 N H5P H6P Q1RP P> X11A S1PH E L2A 1234 L2 L3 F411U F410U F412U...
Pagina 57
13 Technische gegevens H1P~H8P Lichtgevende diode (servicecontrole is oranje) H2P: ▪ Voorbereiding, test: Knippert ▪ Storingsdetectie: Brandt Lichtgevende diode (servicecontrole is groen) Magneetrelais (A3P) Magnetische contactgever (M1C) (A3P) Magneetrelais (A2P) Magneetrelais (Y1S) Magneetrelais (Y3S) Magneetrelais (E1HC) Reactievat Motor (compressor) M1F, M2F Motor (bovenste en onderste ventilator) Schakelvoeding (A1P) (A3P) Q1RP...
13 Technische gegevens 13.7 Technische specificaties: Buitenunit Technische specificaties Specificatie RXYSQ8 RXYSQ10 RXYSQ12 Materiaal omkasting Gelakt gegalvaniseerd staal Afmetingen H×B×D 1430×940×320 mm 1615×940×460 mm Gewicht 144 kg 175 kg 180 kg Werkbereik ▪ Koelen (min./max.) –5/52°C ▪ Verwarmen (min./max.) –20/15,5°C Koelen ▪ Capaciteit 22,4 kW 28 kW 33,5 kW ▪...
Pagina 61
13 Technische gegevens De geluidswaarden worden gemeten in een semi-anechoïsche ruimte. Het geluidsvermogensniveau is een absolute waarde geproduceerd door een geluid. Het geluidsdrukniveau is een relatieve waarde die afhangt van de afstand en de akoestische omgeving. Zie voor meer informatie de tekeningen van het geluidsniveau in het technical data book.
13 Technische gegevens 13.8 Capaciteitentabel: Binnenunit De totale capaciteit van de binnenunits moet binnen het opgegeven bereik vallen. Aansluitverhouding (CR): 50%≤CR≤130%. HP-klasse 100% 130% minimum minimum nominale maximum buitenunit CR (RA DX) (VRV DX) OPMERKING Wanneer u een totale capaciteit selecteert die groter is dan vermeld in de vorige tabel, dan zal de koel- en verwarmcapaciteit kleiner zijn.
14 Voor de gebruiker Voor de gebruiker Gebruikersinterface (draadloos, specifiek afhankelijk van Over het systeem het type binnenunit) De binnenunit van het VRV IV-S-warmtepompsysteem kan worden gebruikt voor toepassingen met verwarmen/koelen. Het type Gebruikersinterface binnenunit dat kan worden gebruikt hangt af van de reeks van de buitenunits.
17 Bediening Ontdooien Bediening Bij het verwarmen bevriest de luchtgekoelde warmtewisselaar van de buitenunit hoe langer, hoe meer, zodat steeds minder energie kan worden overgebracht naar de warmtewisselaar van de 17.1 Werkingsgebied buitenunit. De verwarmingscapaciteit neemt af en het systeem moet ontdooien om nog voldoende warmte te leveren aan de binnenunits: Gebruik het systeem binnen de volgende temperatuur- en vochtgehaltewaarden om een veilige en efficiënte werking te...
17 Bediening 17.3.2 Gebruik van het OPMERKING ontvochtigingsprogramma ▪ Het draaibereik van de klep kan worden veranderd. Neem contact op met uw dealer voor meer informatie. Starten (alleen voor dubbelstroom, multi-stroom, hoek, 1 Druk enkele keren op de keuzeknop voor de werkingsstand op plafondmontage en wandmontage).
18 Energie besparen en optimale werking 17.5.3 Gebruikersinterface als master instellen ▪ Als op het display staat (tijd om het luchtfilter te reinigen), laat (RA DX) u de filters door een erkend servicetechnicus schoonmaken. (Zie "Onderhoud" in de handleiding van de binnenunit.) Wanneer alleen RA ...
19 Onderhoud en service ▪ Laat de binnenunits ongeveer een halve dag draaien in de stand Onderhoud en service alleen ventileren om de binnenkant van de units te drogen. Zie "17.2.2 Over koelen, verwarmen, alleen ventileren automatische werking" op pagina 64 voor meer informatie over de OPMERKING stand alleen ventileren.
20 Opsporen en verhelpen van storingen ▪ De installatiedatum. ▪ Grote stroomschommelingen (spanning, frequentie, golfvervorming, enz.) (de unit kan niet worden gebruikt als de ▪ De symptomen of de storing, en details van het defect. stroomschommelingen buiten het toelaatbare bereik vallen). WAARSCHUWING ▪...
20 Opsporen en verhelpen van storingen Storing Maatregel 20.1 Storingscodes: Overzicht Als het unitnummer op het display van Verwittig uw installateur Neem contact op met uw installateur wanneer een storingscode op de gebruikersinterface staat, het en geef hem de het display van de gebruikersinterface van de binnenunit staat. Geef bedrijfslampje knippert en de storingscode door.
20 Opsporen en verhelpen van storingen Hoofdcode Inhoud 20.2.3 Symptoom: De ventilatorsnelheid stemt niet overeen met de instelling Storing lagedruksensor (S1NPL) INV-printplaat abnormaal De ventilatorsnelheid verandert niet wanneer u op de instelknop voor Lameltemperatuur abnormaal de ventilatorsnelheid drukt. Wanneer de kamertemperatuur bij het verwarmen de ingestelde temperatuur bereikt, valt de buitenunit stil Inverter-printplaat defect en gaat de ventilator van de binnenunit over naar fluistersnelheid.
Ter plaatse te voorzien De carterverwarming verwarmt de compressor zodat deze vlot kan Niet door Daikin gemaakte apparatuur en uitrustingen die starten. met het product volgens de instructies in de meegeleverde documentatie gecombineerd mogen worden.