Informatie voor beheerders
❏ TLS.1.2
Selecteer Inschakelen of Uitschakelen. De standaardwaarde is Inschakelen.
5. Klik op Volgende.
Er wordt een bevestiging weergegeven.
6. Klik op OK.
De printer wordt bijgewerkt.
Gerelateerde informatie
"Standaardwaarde van het beheerderswachtwoord" op pagina 20
&
Een servercertificaat voor de printer configureren
1. Voer in een browser het IP-adres van de printer in om Web Config te openen.
Voer het IP-adres van de printer in op een computer die met hetzelfde netwerk is verbonden als de printer.
U vindt het IP-adres van de printer in het volgende menu.
Instel. > Algemene instellingen > Netwerkinstellingen > Netwerkstatus > Status vast netwerk/Wi-Fi
2. Voer het beheerderswachtwoord in om in te loggen als beheerder.
3. Selecteer opties in de volgende volgorde.
Tabblad Netwerkbeveiliging > SSL/TLS > Certificaat
4. Geef bij Servercertificaat op welk certificaat u wilt gebruiken.
❏ Zelfondertekend certificaat
Er is door de printer een zelfondertekend certificaat gegenereerd. Selecteer dit certificaat als u geen
certificaat gebruikt dat door een CA is ondertekend.
❏ CA-ondertekend Certificaat
Als u een door een CA ondertekend certificaat ophaalt en importeert, kunt u dit opgeven.
5. Klik op Volgende.
Er wordt een bevestiging weergegeven.
6. Klik op OK.
De printer wordt bijgewerkt.
Gerelateerde informatie
"Standaardwaarde van het beheerderswachtwoord" op pagina 20
&
"Een CA-ondertekend Certificaat configureren" op pagina 478
&
"Een zelfondertekend certificaat bijwerken" op pagina 482
&
>
Instellingen voor de netwerkbeveiliging
485
>
SSL/TLS-communicatie met de printer