Informatie voor beheerders
Instellingen voor de netwerkbeveiliging
Controle met behulp van protocollen
U kunt afdrukken via verschillende paden en protocollen.
Als u een multifunctionele printer gebruikt, kunt u netwerkscannen en PC-FAX gebruiken vanaf een onbepaald
aantal netwerkcomputers.
U kunt ongewenste beveiligingsrisico's verminderen door afdrukken via specifieke paden te beperken of door de
beschikbare functies te beheren.
Volg de onderstaande stappen om de protocolinstellingen te configureren.
1. Voer in een browser het IP-adres van de printer in om Web Config te openen.
Voer het IP-adres van de printer in op een computer die met hetzelfde netwerk is verbonden als de printer.
U vindt het IP-adres van de printer in het volgende menu.
Instel. > Algemene instellingen > Netwerkinstellingen > Netwerkstatus > Status vast netwerk/Wi-Fi
2. Voer het beheerderswachtwoord in om in te loggen als beheerder.
3. Selecteer opties in de volgende volgorde.
Tabblad Netwerkbeveiliging > Protocol
4. Configureer elke optie.
5. Klik op Volgende.
6. Klik op OK.
De instellingen worden toegepast op de printer.
Gerelateerde informatie
"Standaardwaarde van het beheerderswachtwoord" op pagina 20
&
"Protocollen die u kunt in- en uitschakelen" op pagina 472
&
"Instellingsitems voor het protocol" op pagina 473
&
Protocollen die u kunt in- en uitschakelen
Protocol
Bonjour-instellingen
iBeacon-instellingen
SLP-instellingen
>
Instellingen voor de netwerkbeveiliging
Beschrijving
U kunt opgeven of Bonjour moet worden gebruikt. Bonjour wordt gebruikt om naar
apparaten te zoeken, af te drukken enzovoort.
U kunt de functie voor iBeacon-overdracht in- of uitschakelen. Wanneer de functie is
ingeschakeld, kunt u op apparaten met iBeacon zoeken naar de printer.
U kunt de SLP-functie in- en uitschakelen. SLP wordt gebruikt voor het uitvoeren van push-
scans en het zoeken naar netwerken in EpsonNet Config.
>
472
Controle met behulp van protocollen