De printer onderhouden
5. Controleer elk patroon om aanpassingen uit te voeren.
❏ Als u in dit patroon geen onderbroken lijnen of ontbrekende segmenten ziet zoals in het volgende "OK"-
patroon, selecteert u OK.
Als er stukken van lijnen of segmenten ontbreken, zoals weergegeven in het "NG"-patroon, selecteert u
Niet GOED en volgt u de instructies op het scherm.
❏ Als het linkerpatroon er hetzelfde uitziet als het rechterpatroon met het vinkje, selecteert u OK.
Als ze verschillen, selecteert u Niet GOED en volgt u de instructies op het scherm.
De printkop controleren en reinigen
Als de spuitkanaaltjes verstopt zijn, worden de afdrukken vaag en ziet u strepen of onverwachte kleuren. Als de
spuitkanaaltjes ernstig verstopt zijn, wordt een blanco vel afgedrukt. Wanneer de afdrukkwaliteit minder is
geworden, gebruikt u eerst de spuitkanaaltjescontrole om te kijken of de kanaaltjes verstopt zitten. Reinig de
printkop als de spuitkanaaltjes verstopt zijn.
Belangrijk:
c
❏ Open het inktdeksel niet en schakel de printer niet uit tijdens het reinigen van de printkop. Als het reinigen van
de kop niet wordt voltooid, kunt u mogelijk niet afdrukken.
❏ Bij reiniging van de printkop wordt inkt gebruikt. Voer dit daarom niet vaker uit dan nodig.
❏ Wanneer de inkt bijna op is kan de printkop mogelijk niet worden gereinigd.
❏ Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd na 3 herhalingen van de printkopcontrole en -reiniging, moet u ten
minste 12 uur wachten zonder af te drukken, de printkopcontrole opnieuw uitvoeren en daarna, indien nodig, de
printkopreiniging herhalen. Het wordt aanbevolen de printer uit te schakelen met de knop
met Epson-ondersteuning als de afdrukkwaliteit nog steeds niet is verbeterd.
❏ Voorkom dat de printkop uitdroogt en trek nooit de stekker van de printer uit het stopcontact wanneer de printer
nog aan is.
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit verbeteren
279
>
De printkop controleren en re
P
. Neem contact op