7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel
• Energiespaarstandmodus 1
Het apparaat gaat over naar Energiespaarstandmodus 1 als het apparaat 30 seconden niet
is gebruikt. Het kost minder tijd om terug te keren uit Energiespaarstand 1 dan uit de
uitgeschakelde status of uit Energiespaarstand 2, maar het stroomverbruik in
Energiespaarstand 1 is hoger in dan in Energiespaarstand 2.
Standaardinstelling: [Uit]
• Uit
• Aan (30 seconden)
• Energiespaarstandmodus 2
Het apparaat gaat over naar Energiespaarstandmodus 2 als de opgegeven tijd voor deze
instelling is verstreken. Het apparaat verbruikt in Energiespaarstandmodus 2 minder stroom
dan in Energiespaarstandmodus 1, maar het duurt langer om terug te keren uit
Energiespaarstandmodus 2.
Standaardinstelling: [Aan] (1 minuut)
• Aan (1 tot 240 minuten)
• Uit
Taal
Bepaalt de taal die op het scherm en in rapporten gebruikt wordt.
De standaardwaarde voor deze instelling is de taal die u heeft opgegeven tijdens de eerste set-up,
die moeten worden opgegeven als het apparaat voor het eerst wordt ingeschakeld.
Land
Selecteer het land waarin het apparaat wordt gebruikt. De landcode die u specificeert bepaalt de
displaynotatie van de datum en tijd en de standaardwaarden van de faxverzendingsinstellingen.
Zorg ervoor dat u de correcte landcode selecteert. Het selecteren van een verkeerde landcode
kan tot storingen leiden in faxverzendingen.
De standaardwaarde voor deze instelling is de landcode die u heeft opgegeven tijdens de eerste
set-up, die moeten worden opgegeven als het apparaat voor het eerst wordt ingeschakeld.
Instell. terugz.
Let op dat u de instellingen niet per ongeluk wist.
• Alle inst. terugz.
Zet alle apparaatinstellingen terug naar de standaardwaarden behalve de volgende:
• Netwerkinstellingen
• Faxbestemmingen
• Instellingen voor [Printerregistratie], [Modus lage vochtigheid] en [Afbeeldingsdichtheid]
vindt u bij systeminstellingen
• Scanbestemmingen (ingesteld via Web Image Monitor)
176