5. Originelen scannen
2. Origineel:
Selecteer [Reflecterend] om vanaf de glasplaat te scannen of [Autom. Document Toevoer] om vanuit de ADF
te scannen.
3. Type origineel
Selecteer afhankelijk van uw origineel een instelling uit het overzicht met opties dat hieronder staat of
selecteer [Aangepast...] om uw eigen scaninstellingen te configureren. "Modus", "Resolutie" en "Formaat"
onder "Scanconfiguratie" veranderen aan de hand van de instelling van het origineeltype dat u hier hebt
geselecteerd.
• Als u de glasplaat gebruikt:
[Tekst Redigeren (OCR)]
[Faxen, Opbergen of Kopiëren]
[Zwart-wit foto]
[Kleurendocument - Sneller]
[Kleurendocument - Betere Kwaliteit]
[Aangepast...]
• Als u de ADF gebruikt:
[ADF - Sneller]
[ADF - Beter]
[ADF - Grijs]
[Aangepast...]
4. Modus:
Kies uit kleur, grijswaarden of zwart-wit.
5. Resolutie:
Selecteer een resolutie in de lijst. Als u [Voorkeur...] selecteert, voer dan rechtstreeks een resolutiewaarde in
het bewerkingsvenster in. Let op dat met het verhogen van de resolutie ook de grootte van het bestand en de
scantijd oploopt.
Te selecteren resoluties kunnen variëren afhankelijk van waar het origineel wordt geplaatst.
• Als u de glasplaat gebruikt:
75, 100, 150, 200, 300, 400, 500, 600, 1200, 2400, 4800, 9600, 19200 dpi, Voorkeur...
• Als u de ADF gebruikt:
75, 100, 150, 200, 300, 400, 500, 600 dpi, Voorkeur...
6. Formaat:
Selecteer het scanformaat. Als u [Voorkeur...] selecteert, voer dan rechtstreeks het scanformaat in het
bewerkingsvenster in. Ook kunt u het scanformaat met uw muis in het voorbeeldgebied wijzigen. U kunt
kiezen uit de volgende meeteenheden: [cm], [inches] of [pixels]. Te selecteren resoluties kunnen variëren
afhankelijk van waar het origineel wordt geplaatst. Raadpleeg voor meer informatie de Help-functie van het
TWAIN-stuurprogramma.
100