7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel
Het printer-/LAN-faxstuurprogramma dat u op uw computer hebt geïnstalleerd, kan
worden gebruikt met elk ander apparaat dat van hetzelfde model is als het apparaat dat
oorspronkelijk voor installatie was gebruikt.
Automatisch doorgaan
Hiermee stelt u in dat het apparaat fouten met het papierformaat of het papiertype negeert en
verder gaat met afdrukken. Het afdrukken wordt tijdelijk onderbroken wanneer een fout wordt
gedetecteerd en begint automatisch weer tien seconden nadat de instellingen gedaan zijn op het
bedieningspaneel.
Standaardinstelling: [Uit]
• Uit
• Aan
Toner besparen
Hiermee wordt het apparaat ingesteld om een kleinere hoeveelheid toner te gebruiken bij het
afdrukken (uitsluitend voor afdrukken die met de kopieerfunctie gemaakt worden).
Standaardinstelling: [Uit]
• Uit
• Aan
Voorraden
Hier vindt u informatie over verbruiksartikelen. Om de fuseereenheid, transferroller of
papierinvoerroller te vervangen, moet u contact opnemen met uw verkoop- of
onderhoudsvertegenwoordiger.
• Printcartr.:
Geeft aan hoeveel toner er nog is.
(moet vervangen worden)
• Fuseereenheid:
Geeft de overgebleven levensduur van de fuseereenheid aan.
(moet vervangen worden)
• Transferrol:
Geeft de overgebleven levensduur van de transferroller aan.
(moet vervangen worden)
• Papierinvoerroller:
Geeft de overgebleven levensduur van de papierinvoerroller aan.
158
(Nieuw),
,
(Nieuw),
,
(Nieuw),
,
,
,
,
,
,
,
,
,
,