9. Strooibedrijf
De hiervoor gebruikte meststof werd bij de meststoffabrikant of in de handel aangeschaft. Ervaringen
tonen aan dat de meststof waarover u beschikt - zelfs bij een identieke benaming - door toedoen van
opslag, transport enz. andere strooi-eigenschappen kan vertonen.
Hierdoor kunnen met de in de strooitabel opgegeven machine-instellingen afwijkingen ontstaan in de
strooihoeveelheid en een minder goede verspreiding van meststof.
Neem daarom goed nota van de volgende aanwijzingen:
•
Controleer altijd de daadwerkelijk uitstromende strooihoeveelheid door een afdraaiproef.
•
Controleer de meststofspreiding over de werkbreedte met een praktijkgerichte proefset (4.4.14
Praktijkgerichte proefset speciale uitrusting).
•
Gebruik enkel meststoffen die in de strooitabel zijn opgenomen.
•
Informeer ons wanneer u een soort meststof in de strooitabel niet terugvindt.
•
Neem goed nota van de instelwaarden. Ook een gering afwijkende instelling kan zorgen voor een
aanzienlijk nadelig effect op het strooibeeld.
Let bij het gebruik van ureum vooral op:
•
Ureum is vanwege mestimporten verkrijgbaar in verschillende kwaliteiten en korrelgrootten.
Daardoor kunnen andere strooierinstellingen noodzakelijk zijn.
•
Ureum heeft een hogere windgevoeligheid en een hogere opname van vochtigheid dan andere
meststoffen.
Voor de juiste strooierinstellingen overeenkomstig de daadwerkelijk gebruikte meststof is het
bedieningspersoneel verantwoordelijk.
De machinefabrikant wijst er uitdrukkelijk op dat hij geen aansprakelijkheid aanvaardt voor
vervolgschade ten gevolge van strooifouten.
Overeenkomstig meststofsoort, werkbreedte, strooihoeveelheid, rijsnelheid en soort bemesting
bepaalt u aanbouwhoogte, afgiftepunt, doseerschuifinstelling, type strooischijf en toerental van de
PTO voor de optimale strooirit aan de hand van de strooitabel.
n Voorbeeld voor veldstrooien in de normale bemesting
Afb. 44: Veldstrooien in de normale bemesting
82
5902921
MDS 8.2/14.2/18.2/20.2