Pagina 1
GEBRUIKSAANWIJZING Vóór inbedrijfstelling zorgvuldig doorlezen! Bewaren voor toekomstig gebruik! Deze gebruiksaanwijzing/montagehand- leiding is een deel van de machine. Leveranciers van nieuwe en gebruikte machines zijn verplicht, om schriftelijk te Vertaling van de documenteren dat de gebruiksaanwijzing/ oorspronkelijke montagehandl. met de machine geleverd gebruiksaanwijzing en aan de klant overhandigd werd.
Pagina 2
Graag beantwoorden wij verdere vragen van u. Met vriendelijke groet RAUCH Landmaschinenfabrik GmbH...
Gebruik volgens bestemming en EG-conformiteit Gebruik volgens bestemming en EG-conformiteit Gebruik volgens bestemming De schotelstrooiers voor minerale mest uit de serie MDS zijn gebouwd voor een gebruik volgens bestemming en mogen uitsluitend worden gebruikt voor de hier- onder beschreven punten. Voor het normale gebruik in de landbouw.
MDS Type: MDS 10.1, MDS 11.1, MDS 12.1, MDS 17.1, MDS 19.1 in de geleverde uitvoering voldoet aan de volgende bepalingen: Machinerichtlijn 2006/42/EG bijlage I.
Aanwijzingen voor de gebruiker Aanwijzingen voor de gebruiker Over deze gebruiksaanwijzing Deze gebruiksaanwijzing is onderdeel van de schotelstrooier voor minerale mest uit de serie MDS. De gebruiksaanwijzing bevat belangrijke aanwijzingen voor een veilig, vakkundig en economisch gebruik en onderhoud van de schotelstrooier voor minerale mest.
Aanwijzingen voor de gebruiker Aanwijzingen voor de tekstweergave 2.3.1 Instructies en aanwijzingen Door het bedieningspersoneel uit te voeren handelingen zijn weergegeven als genummerde lijst. 1. Handelingsinstructie stap 1 2. Handelingsinstructie stap 2 Instructies die slechts één enkele stap omvatten, worden niet genummerd. Het- zelfde geldt voor handelingsstappen waarbij de volgorde voor het uitvoeren ervan niet dwingend is voorgeschreven.
Veiligheid Veiligheid Algemene aanwijzingen Het hoofdstuk Veiligheid bevat fundamentele veiligheidsaanwijzingen, werk- en verkeersveiligheidsvoorschriften voor de omgang met de schotelstrooier voor mi- nerale mest MDS. Het opvolgen van de aanwijzingen in dit hoofdstuk is van fundamenteel belang voor een veilig en storingsvrij gebruik van de schotelstrooier voor minerale mest. Bovendien zijn in de andere hoofdstukken van deze gebruiksaanwijzing verdere waarschuwingen te vinden, die u eveneens nauwkeurig in acht dient te nemen.
Pagina 12
Veiligheid Gevarenniveaus van de waarschuwingen Het gevarenniveau wordt door een signaalwoord aangegeven. De gevarenni- veaus zijn als volgt geclassificeerd: n GEVAAR Soort en bron van gevaar Deze waarschuwing waarschuwt voor een onmiddellijk dreigend gevaar voor de gezondheid en het leven van personen. Veronachtzaming van deze waarschuwingen leidt tot zeer ernstig letsel, ook met dodelijke afloop.
3.4.2 Instructie Verkooppartners, fabrieksvertegenwoordigers of medewerkers van de firma RAUCH instrueren de exploitant in de bediening en het onderhoud van de scho- telstrooier voor minerale mest. De exploitant dient ervoor te zorgen dat nieuw bedienings- en onderhoudsperso- neel in dezelfde mate en met dezelfde zorgvuldigheid wordt geïnstrueerd in de bediening en het onderhoud van de machine met inachtneming van deze ge- bruiksaanwijzing.
Veiligheid 3.4.3 Ongevallenpreventie De veiligheids- en ongevallenpreventievoorschriften zijn in ieder land wettelijk ge- regeld. Voor het naleven van deze voorschriften die gelden in het land waar de meststrooier wordt gebruikt, is de exploitant van de machine verantwoordelijk. Neem bovendien nog goed nota van de volgende aanwijzingen: Laat de schotelstrooier voor minerale mest nooit zonder toezicht werken.
Veiligheid 3.5.3 Controles vóór de inbedrijfstelling Controleer vóór de eerste en iedere verdere inbedrijfstelling de schotelstrooier voor minerale mest op gebruiksveiligheid. Zijn alle veiligheidsinrichtingen op de schotelstrooier voor minerale mest aan- wezig en functioneren deze? Zijn alle bevestigingsdelen en dragende verbindingen vast aangebracht en verkeren deze in correcte staat? Verkeren de strooischoepen en hun bevestigingen in correcte staat? Is het beschermrooster in de voorraadbak gesloten en vergrendeld?
Veiligheid Gebruik van de meststof Onvakkundige keuze of gebruik van de meststof kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel of milieuschade. Informeer bij het kiezen van de meststof naar de uitwerkingen ervan op mens, milieu en machine. Neem goed nota van de nauwkeurige instructies van de meststoffabrikant. Hydraulisch systeem Het hydraulisch systeem staat onder hoge druk.
Veiligheid Onderhoud Bij onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet u rekening houden met extra gevaren die zich tijdens de bediening van de machine niet voordoen. Voer onderhouds- en reparatiewerkzaamheden altijd met extra aandacht uit. Werk uiterst zorgvuldig en met besef van gevaren. 3.8.1 Kwalificatie van het onderhoudspersoneel Laswerkzaamheden en werkzaamheden aan de elektrische en hydraulische...
Veiligheid 3.8.3 Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden Zet vóór alle reinigings-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden alsmede bij het verhelpen van storingen de motor van de tractor uit. Wacht tot alle be- wegende delen van de machine tot stilstand zijn gekomen. Zorg ervoor dat niemand de schotelstrooier voor minerale mest onbevoegd kan inschakelen.
Veiligheid 3.9.1 Controles vóór aanvang van de rit De controle bij het vertrek is een belangrijke bijdrage aan de verkeersveiligheid. Controleer direct vóór iedere rit of de gebruikscondities, de verkeersveiligheid en de voorschriften van het land waar de meststrooier wordt gebruikt, worden nage- leefd.
Veiligheid 3.10 Veiligheidsinrichtingen in de machine 3.10.1 Locatie van de veiligheidsinrichtingen Afb. 3.1: Positie van de veiligheidsinrichtingen, waarschuwingen en instructies en reflectors [1] Instructie t.a.v. het serienummer op het frame [12] Veiligheidsvergrendeling en reservoir [13] Instructie veiligheidsvergrendeling [2] Serienummer op de voorraadbak [14] Instructie t.a.v.
Veiligheid [1] Beveiliging cardanas Afb. 3.2: Beveiliging cardanas 3.10.2 Functioneren van de beveiligingsinrichtingen De beveiligingsinrichtingen beschermen uw leven en gezondheid. Gebruik de schotelstrooier voor minerale mest met werkzame veiligheidsin- richtingen. Gebruik de afwijs- en bescherminrichting niet als hulp bij het opstappen. Deze is niet geschikt daarvoor.
Veiligheid 3.11 Stickers - waarschuwing en instructie Op de schotelstrooier voor minerale mest uit de serie MDS zijn verschillende waarschuwingen en instructies aangebracht (aanbrenging op de machine Afb. 3.1). De waarschuwingen en instructies behoren tot de machine. Ze mogen niet wor- den verwijderd of gewijzigd.
Veiligheid Contactsleutel verwijderen Voor onderhoud, reparaties en instellingen eerst de motor uitzetten en de contactsleutel verwijderen, om ongeoorloofd starten van de motor te vermijden. Knelplaats in het bereik van de verstelhendel bij hydrau- lische schuifbediening (versie M) Bij bediening van de schuifbediening erop letten, dat nie- mand zich in de gevarenzone van de verstelhendel bevindt.
Pagina 24
1400 kg Cat. II Bij categorie II: 1.400 kg max. 2053861 voor MDS 11.1 en MDS 12,1. Maximale nuttige belasting 800 kg voor MDS 10.1 800 kg max. 2053916 Strooischoepinstelling aan de linker en rechter strooischijf. Eenzijdig strooien RAUCH: 2052292 Serienummer op het frame en op de voorraadbak moeten identiek zijn.
Veiligheid In Duitsland in acht te nemen Zur Beachtung: a) Die Fahrgeschwindigkeit mit Anhänger darf 25 km/h nicht überschreiten. Bepalingen t.a.v. het meevoeren van aanhangers achter b) Der Anhänger muß eine Auflaufbremse oder eine Bremsanlage haben , die vom F ührer des ziehenden Fahrzeugs betätigt werden kann. aanbouwapparaten conform StVZO.
Machinegegevens Technische gegevens basisuitrusting Afmetingen: Gegevens MDS 10.1 MDS 11.1 MDS 12.1 MDS 17.1 MDS 19.1 Totale breedte 108 cm 140 cm 140 cm 190 cm 190 cm Totale lengte 108 cm 115 cm 115 cm 120 cm 120 cm...
Gewichten en belastingen: AANWIJZING Het leeggewicht (massa) van de schotelstrooier voor minerale mest is naarge- lang uitrusting en opzetstukcombinatie verschillend. Het op het fabrieksplaatje aangegeven leeggewicht geldt voor de standaarduitvoering. Gegevens MDS 10.1 MDS 11.1 MDS 12.1 MDS 17.1 MDS 19.1 Leeggewicht...
Transport zonder tractor Transport zonder tractor Algemene veiligheidsaanwijzingen Neem de volgende aanwijzingen in acht voordat u de schotelstrooier voor minerale mest transporteert: De schotelstrooier voor minerale mest mag enkel zonder de tractor en enkel met lege voorraadbak worden getransporteerd. De werkzaamheden mogen enkel door geschikte en geïnstrueerde personen worden uitgevoerd, die daarvoor een uitdrukkelijk opdracht hebben gehad.
Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling Overname van de schotelstrooier voor minerale mest Controleer bij de overname van de schotelstrooier voor minerale mest of de leve- ring compleet is. Bij de standaard levering horen 1 gebruiksaanwijzing schotelstrooier voor minerale mest serie MDS 1 strooitabel (papier of CD) 1 afdraaiproefset bestaande uit glijgoot en calculator onderste en bovenste scharnierbouten roerkop...
Inbedrijfstelling Montage van de schotelstrooier voor minerale mest AANWIJZING De montage van het frame/de voorraadbak mag alleen door uw leverancier of uw vakwerkplaats worden uitgevoerd. n VOORSICHTIG Schade aan de voorraadbak Als de voorraadbak niet voorzichtig op het frame wordt gezet, kan de roerwerkas tegen de bodem van de bak komen en zo schade veroorzaken.
Pagina 35
Inbedrijfstelling Afb. 6.1: Frame optillen 2. Hang geschikte bevestigingsmiddelen in de kraanogen in de voorraadbak en neem de voorraadbak zoals hieronder is afgebeeld van de stapel. Afb. 6.2: Voorraadbak optillen AANWIJZING Ieder frame en iedere voorraadbak is in rijrichting rechts voorzien van een se- rienummer.
Inbedrijfstelling 6.3.1 Positie van het drijfwerk controleren AANWIJZING Bij iedere scheiding van het draagframe en de voorraadbak moet bij de monta- ge de positie van het drijfwerk worden gecontroleerd. De aandrijftap [1] van het roerwerk moet precies in het midden van de opening in de bodem staan.
Inbedrijfstelling 6.3.2 MDS 10.1/11.1/12.1/17.1/19.1 (M) 1. Sluit de doseerschuiven. 2. Voorraadbak voorzichtig op het frame zetten. Daarbij de roerwerkas in de opening in de bodem van de voorraadbak leiden. Afb. 6.5: Roerwerkas 3. Frame en voorraadbak aan elkaar schroeven. [1] Bout M20...
X De schroefverbinding van voorraadbak en frame moet met een momentsleutel worden vastgedraaid. X Aandraaikoppel: 90 Nm 6.3.3 MDS 10.1/11.1/12.1/17.1/19.1 (K/R/D) AANWIJZING Omdat de schotelstrooier voor minerale mest MDS (K/R/D) aan iedere zijde over een doseerschaalverdeling beschikt, moeten de volgende montagewerk- zaamheden altijd zowel aan de rechter als de linker zijde worden uitgevoerd.
Pagina 39
Inbedrijfstelling 5. Voorraadbak voorzichtig op het frame zetten. Daarbij de astap [5] in de geleidingsslede van de lagerbrug [3] en de roerwer- kas in de opening in de bodem van de voorraadbak plaatsen (zie Afb. 6.8 Afb. 6.9). Afb. 6.9: Roerwerkas 6.
Pagina 40
Inbedrijfstelling n VOORSICHTIG Aandraaikoppels van de schroefverbindingen Door een te hoog aanhaalkoppel kan de schroefdraad van de kunststof moer worden vernietigd. X De schroefverbinding van voorraadbak en frame moet met een momentsleutel worden vastgedraaid. X Aandraaikoppel: 90 Nm. Verbinding van de doseerschuiven Ga voor beide zijden (links en rechts) als volgt te werk: 1.
Pagina 41
Inbedrijfstelling Afb. 6.13: Verbinding doseerschuif [1] Borgbout [2] Gaffelkop [3] Doseerschuiven [4] Borgbout 13. De doseerschuif [3] met de gaffelkop [2] van de hydraulische cilinder met borgbout [1] en borgring [4] verbinden. Z Nu is de montage van het frame/de voorraadbak voltooid. Indien u nu de hydraulische slangen wilt loskoppelen van de tractor of van het aggre- gaat, moeten eerst de terughaalveren van de enkelvoudig werkende hy- draulisch cilinder ontspannen worden.
Inbedrijfstelling 6.3.4 Montage roerwerk 1. Roerwerkas bij de cilinder- pen insmeren met grafietvet. Afb. 6.14: Roerwerkas 2. Vet de roerkop [1] voor het gebruik ook in met grafiet- vet. 3. Roerkop plaatsen. 4. Borg de roerkop [1] door deze tegen de klok in te draaien.
Inbedrijfstelling Inbouw van het beschermrooster n WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door bewegende onderdelen in de voor- raadbak In de voorraadbak zitten bewegende onderdelen. Bij de inbedrijfstelling en de werking van de schotelstrooier voor minerale mest kunnen verwondingen aan handen en voeten ont- staan.
Pagina 44
Inbedrijfstelling 2. Leg het beschermrooster in de voorraadbak. Positioneer de houders in de ga- ten. 3. Bevestig de houders aan de buitenkant van de voorraadbak met bouten [2] en ringen [3]. AANWIJZING Let er bij het vastdraaien van de bouten op, dat het maximale aandraaikoppel van 15 Nm niet wordt overschreden.
Pagina 45
Inbedrijfstelling 4. Bevestig de vergrendeling [4] met twee bouten [5] en ringen [6]. AANWIJZING Let er bij het vastdraaien van de schroeven op, dat het maximale aandraaikop- pel van 5 Nm niet wordt overschreden. Afb. 6.18: Beschermrooster bevestigen [4] Vergrendeling [5] Schroef [6] Ring 5.
Inbedrijfstelling Bevestiging van de afwijs- en bescherminrichting Ter vermindering van het transportvolume worden voorraadbak en draagframe apart geleverd. Daarom de afwijs- en bescherminrichting voor de inbedrijfstelling eerst stevig aan de voorraadbak worden geschroefd, omdat anders een correcte werking niet worden gegarandeerd. Gebruik daarvoor de meegeleverde schroeven en onderlegringen en bevestig de afwijs- en bescherminrichting zoals aangegeven op onderstaande afbeelding.
Inbedrijfstelling Cardanas aan de schotelstrooier voor minerale mest monteren n VOORSICHTIG Gevaar door ongeschikte cardanas De schotelstrooier voor minerale mest is uitgerust met een car- danas, die afhankelijk van apparaat en vermogen is vastgelegd. Het gebruik van verkeerd bemeten of niet toegelaten cardanas- sen, bijvoorbeeld zonder bescherming of borgketting, kan leiden tot beschadiging van de tractor en de schotelstrooier voor mine- rale mest.
Inbedrijfstelling 6.6.2 Cardanas aanbouwen/demonteren n GEVAAR Gevaar voor intrekken bij de draaiende cardanas Aanbouwen en demonteren van de cardanas bij lopende motor kan leiden tot zeer ernstig letsel (beknellingen, intrekken in de roterende as). X Zet de motor van de tractor uit en trek de contactsleutel uit. Aanbouw: 1.
Pagina 49
Inbedrijfstelling 8. Cardanasbeveiliging met slangklem over de cardan- as trekken en tegen de drijfwerkhals leggen (niet vastdraaien). 9. Cardanasbeveiliging in de blokkeerstand draaien. 10. Draai de aanzetbout vast. Afb. 6.22: Beveiliging cardanas 11. Draai de slangklem vast. Afb. 6.23: Slangklem Aanwijzingen voor de demontage: Demontage van de cardanas geschiedt in omgekeerde volgorde van de aan- bouw.
Inbedrijfstelling Schotelstrooier voor minerale mest aan de tractor monteren 6.7.1 Voorwaarden n GEVAAR Gevaar door ongeschikte tractor Het gebruik van een ongeschikte tractor voor de schotelstrooier voor minerale mest MDS kan tot ernstige ongelukken tijdens gebruik en transport leiden. Er mogen uitsluitend tractoren worden gebruikt die voldoen aan de technische eisen van de schotelstrooier voor minerale mest.
Inbedrijfstelling 6.7.2 Aanbouw n GEVAAR Gevaar voor beknelling tussen tractor en schotelstrooier voor minerale mest Personen die bij het rangeren of bij het bedienen van het hydrau- lisch systeem tussen tractor en schotelstrooier voor minerale mest verblijven, bevinden zich in levensgevaar. De tractor kan door onachtzaamheid of verkeerde bediening te laat of helemaal niet worden afgeremd.
Pagina 52
Inbedrijfstelling Instructies bij de aanbouw De aansluiting op de tractor met categorie III is alleen mogelijk met de af- standsmaat categorie II en door het aanbrengen van verloopmoffen. Borg de bouten van de onderste en bovenste hefarm met de daarvoor be- stemde klapspieën of veerstekkers.
Pagina 53
Inbedrijfstelling n VOORSICHTIG Materiële schade door te lange cardanas Bij het heffen van de schotelstrooier voor minerale mest kunnen de cardanasdelen in elkaar steken. Dit kan leiden tot beschadiging van de cardanas, het drijfwerk of de schotelstrooier voor minerale mest. X Controleer de vrije ruimte tussen schotelstrooier voor mine- rale mest en tractor.
Inbedrijfstelling Aanbouwhoogte instellen 6.8.1 Veiligheid n GEVAAR Gevaar voor beknelling door het vallen van de schotelstrooi- er voor minerale mest Wanneer de bovenste hefarmdelen per ongeluk uit elkaar worden gedraaid, kan de bovenste hefarm de trekkrachten van de gevulde schotelstrooier voor minerale mest niet meer opnemen en kan de schotelstrooier plotseling naar achteren kantelen of naar beneden vallen.
Inbedrijfstelling 6.8.2 Maximaal toelaatbare hoogte aanbouwdeel voorzijde (V) en achterzijde (H) De maximaal toelaatbare hoogte (V + H) wordt gemeten vanaf de grond tot aan de onderkant van het frame. Afb. 6.26: Maximaal toelaatbare aanbouwhoogte V en H bij basis- en bij over- bemesting De maximaal toelaatbare aanbouwhoogte hangt af van de volgende factoren: Basisbemesting of overbemesting.
Inbedrijfstelling 6.8.3 Aanbouwhoogte A en B volgens de strooitabel De aanbouwhoogte van de strooitabel (A en B) wordt altijd op het veld boven plantenbestand tot onderkant van het frame gemeten. AANWIJZING De waarden voor A en B kunt u aflezen in de Strooitabel. Instelling van de aanbouwhoogte bij basisbemesting Voorwaarden: De bovenste hefarm is aan het hoogste hefpunt van de tractor gebouwd.
Pagina 57
Inbedrijfstelling Instelling van de aanbouwhoogte bij overbemesting Voorwaarden: De bovenste hefarm is aan het hoogste hefpunt van de tractor gebouwd. De strooien is aan het bovenste koppelpunt van de onderste hefarm en aan het bovenste koppelpunt van de bovenste hefarm gebouwd. Ga bij de bepaling van de aanbouwhoogte (bij de overbemesting) als volgt te werk: 1.
Pagina 58
Inbedrijfstelling 3. Wanneer de hefhoogte van de tractor onvoldoende is, om de gewenste aan- bouwhoogte te kunnen instellen, kunnen het onderste koppelpunt van de onderste hefarm en het onderste koppelpunt van de bovenste hefarm van de schotelstrooier voor minerale mest worden gebruikt. AANWIJZING Verzeker u ervan, dat de door de fabrikant van de tractor of de bovenste hefarm voorgeschreven maximale lengte van de bovenste hefarm niet wordt over-...
6.9.1 MDS 10.1/11.1/12.1/17.1/19.1 (K/R/D) De openingsschuiven worden door twee hydraulische cilinders apart bediend. De hydraulische cilinders worden via hydraulische slangen verbonden met de schuif- bediening in de tractor. Op de schotelstrooier voor minerale mest kunnen hydrau-...
Pagina 60
Inbedrijfstelling AANWIJZING Versie K en R: Voor langere transportritten of tijdens het vullen de beide kogelkranen op de koppelstekkers van de hydraulische leidingen sluiten. Daardoor wordt het auto- matisch openen van de doseerschuif als gevolg van lekkage bij de ventielen van de tractorhydraulica vermeden.
Afb. 6.31: Positie van de sluitschuif [1] Gesloten [2] Geopend [3] Compleet geopend 6.9.2 MDS 10.1/11.1/12.1/17.1/19.1 (Quantron M Eco) AANWIJZING Op deze schotelstrooier voor minerale mest wordt een elektronische schuifbe- diening aangesloten. De elektronische schuifbediening wordt in de aparte gebruiksaanwijzing van de bedieningsunit Quantron M beschreven.
Inbedrijfstelling 6.9.3 MDS 10.1/11.1/12.1/17.1/19.1 (M) met speciale uitrusting FHK 4/FHD 4 De openingsschuiven worden door een hydraulische cilinder bediend. De hy- draulische cilinder wordt via een c.q. twee hydraulische slangen met de schuifbe- diening in de tractor verbonden. Versie Hydraulische cilinder...
Inbedrijfstelling 6.9.5 Aanpassing van linker hoekkogelgewricht aan de schuifbediening FHK 4/FHD 4 AANWIJZING Bij het opstellen van de strooitabellen voor MDS werden de verstelhendels niet met de schuifbedieningen FHK 4/FHD 4 bediend. De hydraulische cilinder van de schuifbediening FHK 4/FHD 4 gaat als gevolg van de grote kracht van de lin- ker doseerschuif iets meer open.
Inbedrijfstelling 6.10 Schotelstrooier voor minerale mest vullen n GEVAAR Gevaar door draaiende motor Bij het werken aan de schotelstrooier voor minerale mest bij een draaiende motor kunnen contact met het mechanisme en uitge- worpen kunstmest tot ernstige verwondingen leiden. Vul de schotelstrooier voor minerale mest nooit met draaiende motor van de tractor.
Inbedrijfstelling 6.11 Schotelstrooier voor minerale mest parkeren en loskoppelen De schotelstrooier voor minerale mest kan op het frame veilig geparkeerd en los- gekoppeld worden. n GEVAAR Gevaar voor beknelling tussen tractor en schotelstrooier voor minerale mest Personen die tijdens het parkeren of afkoppelen tussen tractor en schotelstrooier voor minerale mest verblijven, bevinden zich in levensgevaar.
Pagina 66
Inbedrijfstelling n WAARSCHUWING Gevaar voor beknelling en schuren bij afgekoppelde schotel- strooier voor minerale mest Als bij een gespannen terughaalveer en lucht in de hydraulische slang de fixeerbout (schuifbedieningen K en R) c.q. de aanslag (schuifbediening FHK 4) wordt losgedraaid, kan de aanslaghen- del onverwacht en met een klap tegen het einde van de gelei- dingsslede bewegen.
Machine-instellingen Machine-instellingen n WAARSCHUWING Gevaar door draaiende motor Bij het instellen van de schotelstrooier voor minerale mest bij een draaiende motor kunnen contact met het mechanisme en uitge- worpen kunstmest tot ernstige verwondingen leiden. Alvorens instellingen uit te voeren altijd de volledige stilstand van alle bewegende delen afwachten.
Quantron M. 7.1.1 MDS 10.1/11.1/12.1/17.1/19.1 (M) Bij de schotelstrooiers voor minerale mest MDS 10.1/11.1/12.1/17.1/19.1 (M) wordt het strooivolume via een aanslag op de grote schaalboog ingesteld. Het bedieningspersoneel verstelt daarbij de aanslag [2] bij een gesloten schuif naar de positie (pijl) die ze daarvoor in de strooitabel of proefondervindelijk heb- ben vastgesteld.
Pagina 69
Machine-instellingen 3. Zet dan de aanslag op de gekozen positie. Z Bij het verstellen van de aanslag [2] met een gat wordt de aanslag met twee posities versteld. Als slechts één positie versteld moet worden, moet de greep [1] op de aanslag gedraaid en in de verplaatste gaten vergren- deld worden.
Machine-instellingen 7.1.2 MDS 10.1/11.1/12.1/17.1/19.1 (K/R/D) Bij de versies K/R/D van de schotelstrooier voor minerale mest MDS 10.1/11.1/12.1/17.1/19.1 wordt het strooivolume via de aanslag op het verstel- segment ingesteld. Het bedieningspersoneel verstelt daarbij de aanslag bij een gesloten schuif naar de positie die zij daarvoor in de strooitabel of proefondervin- delijk hebben vastgesteld.
Machine-instellingen Gebruik van de strooitabel 7.2.1 Aanwijzingen bij de strooitabel De waarden in de strooitabel werden vastgesteld op de testinstallatie voor de schotelstrooier voor minerale mest. De daarvoor gebruikte kunstmest werd gekocht bij de kunstmestfabrikant of de groothandel. Ervaringen tonen aan dat de bij u aanwezige kunstmest - zelfs bij identieke benaming - vanwege opslag en transport e.d.
Voorbeeld voor veldstrooien bij de basisbemesting: ENTEC 26 COMPO BASF MDS 10.1/11.1/12.1 MDS 10.1/11.1/12.1 17.1/19.1 17.1/19.1 26%N + 13%S, 0,96 kg / l Normaldüngung...
Pagina 73
Machine-instellingen Afb. 7.5: Veldstrooien bij de normale bemesting Bij het veldstrooien bij de basisbemesting ontstaat een symmetrisch strooibeeld. Bij een correcte strooierinstelling (zie informatie in de strooitabel) wordt de kunst- mest gelijkmatig verdeeld. Gegeven parameters: Soort kunstmest: ENTEC 26 COMPO BASF Werkbreedte: 12 m Strooischijftype:...
Pagina 74
Machine-instellingen Voorbeeld voor kantstrooien bij de basisbemesting: Afb. 7.6: Kantstrooien bij de normale bemesting Met kantstrooien bij de basisbemesting wordt een kunstmestverdeling aangege- ven waarbij nog een beetje kunstmest over de veldgrens komt. Daardoor ontstaat er een geringe onderbemesting bij de veldgrens. Gegeven parameters: Soort kunstmest: ENTEC 26 COMPO BASF...
Pagina 75
Machine-instellingen Voorbeeld voor veldstrooien bij de overbemesting: ENTEC 26 COMPO BASF MDS 10.1/11.1/12.1 MDS 10.1/11.1/12.1 17.1/19.1 17.1/19.1 Spätdüngung 26%N + 13%S, 0,96 kg / l 10 m 10 m 12 m 15 m 15 m 16 m 16 m 18 m...
Pagina 76
Machine-instellingen Afb. 7.8: Veldstrooien bij de nabemesting Bij het veldstrooien bij de overbemesting ontstaat een symmetrisch strooibeeld. Bij een correcte strooierinstelling (zie informatie in de strooitabel) wordt de kunst- mest gelijkmatig verdeeld. Gegeven parameters: Soort kunstmest: ENTEC 26 COMPO BASF Werkbreedte: 12 m Strooischijftype:...
Pagina 77
Machine-instellingen Voorbeeld voor kantstrooien bij de overbemesting: Afb. 7.9: Kantstrooien bij de late bemesting Met kantstrooien bij de overbemesting wordt een kunstmestverdeling aangege- ven waarbij nog een beetje kunstmest over de veldgrens komt. Daardoor ontstaat er een geringe onderbemesting bij de veldgrens. Gegeven parameters: Soort kunstmest: ENTEC 26 COMPO BASF...
Machine-instellingen Werkbreedte instellen 7.3.1 Instelling strooischoepen Om de strooibreedte te realiseren zijn er voor verschillende kunstmestsoorten verschillende strooischijven beschikbaar. Type strooischijf Strooibreedte 10 - 18 m M1XC 20 - 24 m n GEVAAR Gevaar voor letsel door draaiende strooischijven Contact met de strooi-inrichting (strooischijf, strooischoepen) kan leiden tot kwetsuren of zware breuk- en snijverwondingen.
Pagina 79
Machine-instellingen ENTEC 26 COMPO BASF MDS 10.1 / 11.1 / 12.1 17.1 / 19.1 26%N + 13%S, 0,96 kg / l u ¨ 10 m 12 m 15 m 16 m 18 m 40 / 40 50 / 50 60 / 60...
Pagina 80
Machine-instellingen Werkingsprincipe: De strooischoepen van de strooischijf Multi-Disc kunnen worden ingesteld op verschillende bemestingsmethoden, werkbreedten en kunstmestsoorten. Basisbemesting. Kantstrooien bij de basisbemesting (naar keuze rechts of links). Overbemesting. Kantstrooien bij de overbemesting (naar keuze rechts of links). Hoekinstelling van de strooischoep: Instellen naar lagere waarden: de strooischoep wordt op een kleinere hoek ingesteld.
Pagina 81
Machine-instellingen n WAARSCHUWING Gevaar voor verwondingen door scherpe randen De strooischoepen hebben scherpe randen. Er bestaat gevaar voor verwondingen aan de handen bij het wis- selen c.q. instellen van de strooischoepen. X Draag werkhandschoenen. 1. Bepaal de positie van de strooischoepen in de strooitabel of door test met de praktijktestset (speciale uitrusting).
Pagina 82
Machine-instellingen [3] Vergrendelbout [4] Opening vergrendelbout Afb. 7.15: Strooischoepinstelling 3. Steek de instelhendel in de opening van de vergrendelbout [4] onder de strooischijf en druk hem omlaag. Z De vergrendelbout [3] wordt ontgrendeld. 4. Stel de hoek en lengte van de strooischoep in en druk de vergrendelbout met de instelhendel omhoog tot deze weer vergrendelt.
Pagina 83
Machine-instellingen n VOORSICHTIG Platte veer niet te ver doorbuigen De spanning van de platte veer moet de hoofd- en verlengschoep op de strooischijf met behulp van de vergrendelbout op correcte wijze vergrendelen. Door te ver buigen van de vlakke veer verliest deze de nodige spanning voor borging van de strooischoepen.
Voor de instelling van een niet-vermelde kunstmestsoort zijn 2 verschillen- de speciale uitrustingen beschikbaar. Kunstmest identificatiesysteem (DiS) Het RAUCH kunstmest identificatiesysteem DiS (speciale uitrusting) maakt een snelle en ongecompliceerde bepaling van de strooierinstellin- gen bij onbekende kunstmestsoorten mogelijk. De mestidentificatie kan zonder problemen met weinig hulpmiddelen, ook bij gebruik in het veld, worden uitgevoerd.
Machine-instellingen 7.4.2 Eén passage uitvoeren (praktijktestset) Opstelling: Testvlak lengte: 60 - 70 m 1/2x 1/2x Afb. 7.16: Opstelling voor één passage Eén passage voorbereiden: Kies uit de strooitabel een soortgelijke kunstmest en stel de strooier dienover- eenkomstig in. Stel de aanbouwhoogte van de schotelstrooier voor minerale mest overeen- komstig de informatie uit de strooitabel in.
Pagina 86
Machine-instellingen Afb. 7.17: Opstelling van de opvangschalen Plaats de opvangschalen horizontaal. Schuinstaande opvangschalen kunnen leiden tot meetfouten (Afb. 7.17). Afdraaiproef uitvoeren (zie hoofdstuk 8: Afdraaiproef en restvolumelediging, pagina 89). Doseerschuif links en rechts instellen en vergrendelen (zie hoofdstuk 7.1: Strooivolume instellen, pagina 62).
Pagina 87
Machine-instellingen Resultaten beoordelen en eventueel corrigeren: Schud de inhoud van de achter elkaar liggende opvangschalen bij elkaar en giet deze vanaf links in de meetbuizen. Lees de kwaliteit van de dwarsverdeling af bij het vulpeil van de drie kijkgla- zen. Afb.
Machine-instellingen 7.4.3 Drie passage uitvoeren (praktijktestset) Opstelling: Testvlak breedte: 3 x rijdoorgangafstand Testvlak lengte: 60 - 70 m De drie rijsporen moeten parallel lopen. Bij uitvoering van de test zonder ge- drilde rijdoorgangen moeten de rijsporen met de rolmaat gemeten en gemar- keerd worden (bijv.
Pagina 89
Machine-instellingen Afb. 7.20: Opstelling van de opvangschalen Plaats de opvangschalen horizontaal. Schuinstaande opvangschalen kunnen leiden tot meetfouten (Afb. 7.20). Afdraaiproef uitvoeren (zie hoofdstuk 8: Afdraaiproef en restvolumelediging, pagina 89). Doseerschuif links en rechts instellen en vergrendelen (zie hoofdstuk 7.1: Strooivolume instellen, pagina 62).
Pagina 90
Machine-instellingen Resultaten beoordelen en eventueel corrigeren: Schud de inhoud van de achter elkaar liggende opvangschalen bij elkaar en giet deze vanaf links in de meetbuizen. Lees de kwaliteit van de dwarsverdeling af bij het vulpeil van de drie kijkgla- zen. Afb.
Machine-instellingen 7.4.4 Voorbeelden voor correctie van de strooierinstelling: De volgende voorbeelden zijn geldig voor beide passagevarianten. Testresultaat Kunstmestverdeling Maatregel, controle Situatie A Gelijkmatige verdeling instellingen zijn in orde. (toegestane afwijking ± 1 deelstreep) Situatie B Hoeveelheid kunst- Zijn links en rechts dezelfde strooischoepen ingesteld? mest neemt van rechts Instelling doseerschuif links en rechts gelijk? naar links af (of omge-...
Eenzijdig strooien RAUCH: 2052292 Afb. 7.22: Enkelzijdig strooien 7.5.1 MDS 10.1/11.1/12.1/17.1/19.1 (M) Bij het strooien naar rechts of links beide aanslaghendels door trekken aan de ronde bedieningshendel ontkoppelen en de voor de betreffende zijde be- doelde bedieningshendel tot de aanslag drukken.
Machine-instellingen Randstrooien c.q. grensstrooien Met kantstrooien wordt een kunstmestverdeling langs de grens aangeduid, waar- bij nog een beetje kunstmest over de grens komt, maar slechts een geringe on- derbemesting bij de veldgrens ontstaat. Bij het grensstrooien komt vrijwel geen kunstmest over de veldgrens, een onder- bemesting bij de veldgrens moet dan worden geaccepteerd.
Afdraaiproef en restvolumelediging Afdraaiproef en restvolumelediging Voor een exacte controle van de verspreiding adviseren wij bij iedere kunstmest- wissel een afdraaiproef uit te voeren. Voer de afdraaiproef uit: Voor de eerste strooiwerkzaamheden. Wanneer de kunstmestkwalitieit sterk veranderd is (vochtigheid, hoog stof- aandeel, korrelbreuk).
Afdraaiproef en restvolumelediging De nauwkeurige rijsnelheid kan ook worden berekend met de volgende formule: rijsnelheid (km/u) met stopwatch geklokte tijd op 100 m Voorbeeld: U heeft voor 100 m 45 seconden nodig: = 8 km/u 45 s 8.1.2 Gewenst uitloopvolume per minuut vaststellen Voor vaststellen van het gewenste uitloopvolume per minuut heeft u nodig: de nauwkeurige rijsnelheid de werkbreedte...
Pagina 97
Afdraaiproef en restvolumelediging Afb. 8.2: Schaal voor vaststellen van het gewenste uitloopvolume per minuut Berekening met formule Het gewenste uitloopvolume per minuut kan ook worden berekend met de vol- gende formule: rijsnelheid x Werkbreedte x Strooivolume (km/u) (kg/ha) gewenst uitloopvolume (kg/min) Berekening voor voorbeeld: 8 km/h x 18 m x 300 kg/ha...
Afdraaiproef en restvolumelediging Afdraaiproef uitvoeren n WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door chemicaliën Uitstromende meststoffen kunnen leiden tot letsel aan ogen en neusslijmvlies. X Draag tijdens de afdraaiproef een veiligheidsbril. X Stuur alle personen vóór de afdraaiproef weg uit de geva- renzone van de schotelstrooier voor minerale mest.
Pagina 99
Afdraaiproef en restvolumelediging Uitvoering: AANWIJZING De afdraaiproef wordt aan de linkerzijde van de schotelstrooier voor minerale mest uitgevoerd. Uit veiligheidsoverwegingen moeten echter beide strooischij- ven worden gedemonteerd. 1. Verwijder de instelhendel uit de houder. AANWIJZING De instelhendel is afhankelijk van de uitvoeringvan de schotelstrooier voor mi- nerale mest op één van de twee hieronder afgebeelde posities te vinden.
Pagina 100
Afdraaiproef en restvolumelediging 2. Maak met de instelhendel de dopmoer [3] van de strooischijf los. 3. Neem de strooischijf uit de naaf. Afb. 8.6: Dopmoer losdraaien 4. Hang de glijgoot voor de af- draaiproef onder de linker uitloop (in rijrichting gezien) Afb.
Pagina 101
Afdraaiproef en restvolumelediging 6. Zet de opvangbak onder de linker uitloop. Afb. 8.8: Afdraaiproef uitvoeren 7. Schakel de tractor in. Stel het toerental van de aftakas in overeenkomstig de informatie in de strooitabel. 8. Open (vanaf de tractorstoel) de linker doseerschuif gedurende de vooraf vastgelegde afdraaiproeftijd.
Pagina 102
Afdraaiproef en restvolumelediging De positie van de stroovolume-aanslag kan ook worden berekend met de volgen- de formule: Positie van de strooivolume-aan- Gewenst slag van de actuele afdraaiproef volume Nieuwe positie van de strooivolume-aanslag Actueel volume van de actuele afdraaiproef 12. Beëindig de afdraaiproef. Schakel aftakas en motor van de tractor uit en be- veilig deze tegen inschakelen door onbevoegden.
Afdraaiproef en restvolumelediging Restvolumelediging n GEVAAR Gevaar voor letsel door roterende machinedelen Aanraking van draaiende machinedelen (cardanas, naaf) kan lei- den tot kneuswonden, schaafwonden en beknellingen. Lichaams- delen en voorwerpen kunnen worden aangegrepen en naar binnen getrokken. X Houd u bij draaiende machine niet in het bereik van de draaiende naven op.
Onderhoud Onderhoud Veiligheid Bij onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet u rekening houden met extra gevaren die zich tijdens de bediening van de machine niet voordoen. Voer onderhouds- en reparatiewerkzaamheden altijd met extra aandacht uit. Werk uiterst zorgvuldig en met besef van gevaren. Neem zeer goed nota van de volgende aanwijzingen: Laswerkzaamheden en werkzaamheden aan de elektrische en hydraulische installatie mogen uitsluitend worden uitgevoerd door geschoolde krachten.
Onderhoud 9.2.2 Schroefverbindingen controleren De schroefverbindingen zijn in de fabriek vastgedraaid met het noodzakelijke aandraaikoppel en geborgd. Door trillingen en schokken, met name in de eerste gebruiksuren, kunnen schroefverbindingen losraken. Controleer bij een nieuwe schotelstrooier voor minerale mest na ongeveer 30 gebruiksuren of alle schroefverbindingen goed vastzitten.
Onderhoud Reiniging Voor het waardebehoud van uw schotelstrooier voor minerale mest adviseren wij u om deze na ieder gebruik onmiddellijk te reinigen met een zachte waterstraal. Voor een eenvoudiger reiniging kunnen de roosters in de voorraadbak opgeklapt worden (zie hoofdstuk 9.4: Beschermroosters in de voorraadbak openen, pagina 102).
Onderhoud Beschermroosters in de voorraadbak openen n WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door bewegende onderdelen in de voor- raadbak In de voorraadbak zitten bewegende onderdelen. Bij de inbedrijfstelling en de werking van de schotelstrooier voor minerale mest kunnen verwondingen aan handen en voeten ont- staan.
Pagina 109
Onderhoud Afb. 9.3: Beschermroostervergrendeling openen Voer regelmatig een functiecontrole van de vergrendeling van het bescherm- rooster uit. Zie onderstaande afbeelding. Vervang defecte vergrendelingen altijd onmiddellijk. Eventueel de instelling corrigeren door de vergrendeling van het bescherm- rooster [1] omhoog/omlaag te verschuiven (zie Afb.
X Zet de motor van de tractor uit. Trek de contactsleutel uit. X Bedien tijdens de afstelwerkzaamheden de hydraulische doseerschuif niet. 9.5.1 MDS 10.1/11.1/12.1/17.1/19.1 (K/R/D) Controle en afstelling van de doseerschuif K/R/D AANWIJZING Omdat de schotelstrooier voor minerale mest MDS (K/R/D) aan iedere zijde over een doseerschaalverdeling beschikt, moeten de afstelwerkzaamheden al- tijd zowel aan de rechter als de linker zijde worden uitgevoerd.
Pagina 111
Onderhoud 8. Neem een bout voor de on- derste hefarm 28 mm (bij zaaigoed of slakkenkor- rels de instelhendel = 8 mm) en steek deze in de rechter resp. linker do- seeropening. Afb. 9.5: Bout voor onderste hefarm in do- seeropening Situatie 1: bout kan in de doseeropening worden gestoken en heeft minder dan 1 mm speling.
Pagina 112
Onderhoud 18. Trek de doseerschuif [1] met de hand naar aanslag [2] (zie Afb. 9.6). Afb. 9.6: Doseerschuif naar aanslag trekken 19. Steek de bout in de opening en trek daarbij de aanslaghendel zolang naar kleinere waarden totdat de schuif tegen de bout staat. 20.
Beide doseerschuiven moeten even ver openen. Controleer daarom altijd beide doseerschuiven. 9.5.2 MDS 10.1/11.1/12.1/17.1/19.1 (M) Controle en afstelling van de doseerschuif (M) 1. Schotelstrooier voor minerale mest veilig op de grond of op een pallet neer- zetten. Let er daarbij op dat de bodem vlak en stevig is! 2.
Onderhoud Situatie 3: bout kan niet in de doseeropening worden gestoken. Er is een nieuwe instelling nodig. Ga door met punt 7. 7. Voor de instelling kunnen de hoekkogelgewrichten [1] aan één kant worden losgemaakt en door een complete omdraaiing kan de instelling van de do- seerschuiven worden vergroot of verkleind.
Onderhoud Strooischijfnaaf controleren Om de dopmoeren op de strooischijfnaaf steeds soepel te laten draaien, is het aan te raden om de strooischijfnaaf met vet te smeren (grafietvet). Controleer dopmoeren op scheuren en beschadigingen. Vervang defecte dopmoeren met- een. Veiligheidsrelevante kunststof onderdelen op slijtage controleren n VOORSICHTIG Gevaar voor verwondingen door versleten kunststof onder- delen...
Onderhoud Strooischijven demonteren en monteren n GEVAAR Gevaar door draaiende motor Bij het werken aan de schotelstrooier voor minerale mest bij een draaiende motor kunnen contact met het mechanisme en uitge- worpen kunstmest tot ernstige verwondingen leiden. Demonteer of monteer de strooischijven nooit bij draaiende motor of roterende aftakas van de tractor.
Onderhoud 2. Maak met de instelhendel de dopmoer [3] van de strooi- schijf los. Neem de strooi- schijf uit de naaf. 3. Schroef de dopmoeren af en neem de strooischijven eruit. 4. Leg de instelhendel weer in de daarvoor bedoelde hou- der.
Onderhoud 9.10 Controleer de instelling van het roerwerk 1. Plaats het roerwerk in de roerwerkas en vergrendel de bajonetsluiting. 2. Trek het vergrendelde roerwerk naar boven. De afstand tussen de onderkant van het roerwerk en de bodem van de voor- raadbak moet nu 1 mm bedragen.
Onderhoud 9.11 Strooischoepen wisselen Versleten strooischoepen kunnen worden vervangen. AANWIJZING Laat een versleten strooischoep alleen door uw leverancier of in een vakwerk- plaats vervangen. Voorwaarde: De strooischijven zijn gedemonteerd (zie hoofdstuk 9.9.1: Strooischijven de- monteren, pagina 110). Een strooischoep bestaat uit een hoofdschoep en een verlengschoep. De hoofdschoep op de rechter strooischijf heeft de benaming BR-C en de betreffende verlengschoep de benaming AR-C.
Pagina 120
Onderhoud 2. Ontgrendel de platte veer [2] met de instelhendel [3]. Afb. 9.17: Platte veer ontgrendelen 3. Schuif de oude verleng- schoep [4] uit de hoofd- schoep [5]. Afb. 9.18: Verleng- en hoofdschoep Nieuwe verlengschoep monteren n GEVAAR Gevaar voor letsel door roterende machinedelen Worden de verlengschoepen met de oude schroeven gemon- teerd, dan kunnen de strooischoepen losraken en ernstig letsel veroorzaken.
Pagina 121
Onderhoud Afb. 9.19: Nieuwe verlengschoep 2. Schroef de strooischoep met de nieuwe bout [8], de nieuwe borgmoer [6] en de nieuwe onderlegring [7] aan de strooischijf. Afb. 9.20: Bevestigingspunten van de strooi- schoepen 3. Draai de bout zodanig vast, dat deze vlak en stevig vast- zit (aandraaikoppel: ca.
Onderhoud 9.11.2 Vervangen van de hoofdschoep of de complete strooischoep Strooischoep demonteren n WAARSCHUWING Gevaar voor verwondingen door een gespannen platte veer De vlakke veer staat onder spanning en kan ongecontroleerd eruit springen. X Houd bij het demonteren voldoende afstand. X Demonteer de veer niet in lichaamsrichting.
Pagina 123
Onderhoud 3. Demonteer de bout [3] met de bijbehorende moer en de onderlegringen. Afb. 9.24: Bout aan onderzijde van de strooi- schijf 4. Verwijder de oude strooi- schroep [4] met de bijbeho- rende moer en de onderlegringen. Afb. 9.25: Strooischoep verwijderen Nieuwe hoofdschoep of complete strooischoep monteren 1.
Pagina 124
Onderhoud n GEVAAR Gevaar voor letsel door roterende machinedelen Worden de strooischoepen met de oude schroeven gemonteerd, dan kunnen de strooischoepen losraken en ernstig letsel veroor- zaken. X Gebruik voor de montage van nieuwe strooischoepen alleen de meegeleverde nieuwe schroeven, moeren en onderlegplaatjes.
Pagina 125
Onderhoud n WAARSCHUWING Gevaar voor verwondingen door een gespannen platte veer De vlakke veer staat onder spanning en kan ongecontroleerd eruit springen. X Houd bij het demonteren voldoende afstand X Demonteer de veer niet in lichaamsrichting X Buig u niet direct over de veer. 6.
Pagina 126
Onderhoud n GEVAAR Gevaar voor letsel door roterende machinedelen Is de veerbevestigingsmoer te los gedraaid, dan kan de strooi- schoep van de strooischijf losraken. Dit kan tot beschadiging van machines en tot ernstig letsel leiden! X De veerbevestigingsmoer mag slechts zo ver worden los- gedraaid dat de positie van de strooischoep kan worden versteld en de platte veer nog vast op de strooischijf ligt.
Onderhoud 9.12 Vervangen van de MDS-strooischoep door een X-strooischoep AANWIJZING Laat een standaard strooischoep alleen door een X-strooischoep vervangen door uw leverancier of in een vakwerkplaats. Schoepencombinatie n VOORSICHTIG Milieuschade door verkeerd gemonteerde strooischoep Let nauwkeurig op de aangegeven schoepencombinatie. Andere combinaties kunnen een aanzienlijk slechter strooibeeld geven.
Pagina 128
Onderhoud Montage van de X-strooischoep AANWIJZING Let op de juiste X-strooischoep/strooischijfcombinatie; zie de tabel. 1. Verwijder telkens een hoofd- en verlengschoep van iedere strooischijf. Zie: Strooischoep demonteren, pagina 116 2. Schroef dan de X-strooischoep en strooischijf vast zoals in het hoofdstuk: Nieuwe hoofdschoep of complete strooischoep monteren, pagina 117 beschreven.
Onderhoud 9.13 Tandwielolie 9.13.1 Hoeveelheid en soorten De overbrenging is gevuld met ca. 2,2 l tandwielolie SAE 90 API-GL-4. AANWIJZING Gebruik altijd olie van dezelfde soort, meng nooit twee of meer soorten. 9.13.2 Oliepeil controleren, olie verversen De overbrenging hoeft onder normale omstandigheden niet te worden gesmeerd. Wij adviseren echter om de olie na 10 jaar te verversen.
Waardevolle aanwijzingen voor het strooien Waardevolle aanwijzingen voor het strooien 10.1 Algemene aanwijzingen Met de moderne techniek en constructie van onze schotelstrooiers voor minerale mest en door uitgebreide, voortdurende tests op de meststrooier-testbank in de fabriek zelf werd de voorwaarde voor een correct strooibeeld gecreëerd. Ondanks de door ons met zorg vervaardigde machines zijn ook bij gebruik vol- gens de voorschriften afwijkingen in de verspreiding of eventuele storingen niet uit te sluiten.
Waardevolle aanwijzingen voor het strooien 10.2 Verloop van het kunstmest strooien Bij het gebruik volgens de voorschriften van de schotelstrooier voor minerale mest hoort ook het naleven van de door de fabrikant voorgeschreven bedienings- , onderhouds- en reparatiecondities. Bij het strooien horen daarom altijd de werkzaamheden voor voorbereiding en voor reiniging/onderhoud.
Waardevolle aanwijzingen voor het strooien 10.3 Niveau-schaal Ter controle van het vulvolume is in de voorraadbak een niveauschaal aange- bracht (tolerantie van de afzonderlijke deelstrepen maximaal +/-10 %). Aan de hand van deze schaal kunt u schatten hoe lang het resterend volume meegaat tot er moet worden bijgevuld.
Waardevolle aanwijzingen voor het strooien 10.4 Strooien op de wendakker Om de kunstmest goed te verdelen over de wendakker, is het absoluut noodza- kelijk om de rijdoorgangen precies aan te leggen. Grensstrooien Bij het strooien over de endakker met de op afstand te bedienen grensstrooi-in- richting TELIMAT: Afb.
Pagina 135
Waardevolle aanwijzingen voor het strooien Normaal strooien in of uit de rijdoorgang van de wendakker Let bij het verdere strooien in het veld na het strooien in de rijdoorgang van de wendakker op het volgende: Grensstrooi-inrichting TELIMAT uit het strooibereik zwenken. Afb.
Waardevolle aanwijzingen voor het strooien 10.5 TELIMAT T1 (speciale uitrusting) De Telimat T1 is een op afstand bediende grens- en randstrooi-inrichting voor werkbreedten van 10 - 24 m (20 - 24 m alleen grensstrooien). De Telimat T1 wordt in rijrichting links aan de schotelstrooier gemonteerd. Deze wordt via een dubbelwerkende stuurklep vanaf de tractor bediend.
Pagina 137
Waardevolle aanwijzingen voor het strooien 17.1/19.1 Afb. 10.4: TELIMAT instellen [1] Schuifdeel [2] Cijferschaal [3] Leiplaat [4] Leiplaat voor cijferschaal [5] Vastzetmoer voor cijferschaal [6] Vastzetmoer voor letterschaal [7] Instelling grensstrooien [8] Instelling randstrooien...
Pagina 138
Waardevolle aanwijzingen voor het strooien Instelling van de leiplaat (letterschaal): Op de letterschalen (K tot P, [6]) worden de leiplaten [3] op de betreffende kunst- mestsoorten en grensstrooimethode (grens- of randstrooien) ingesteld. 1. Maar de beide vastzetmoeren [4], [5] los met de instelhendel van de schotel- strooier voor minerale mest.
Waardevolle aanwijzingen voor het strooien 10.5.2 Correctie van de strooi-afstand De gegevens van de insteltabel zijn richtwaarden. Bij afwijkingen van de mest- kwaliteit kan het nodig zijn dat een correctie van de instelling moet worden uitge- voerd. Om een correctie van de aangegeven TELIMAT-instelling uit te voeren, is het in de meeste gevallen alleen nodig de cijferwaarde te veranderen, om zodoende de strooibreedte tot de veldgrens te optimaliseren.
Waardevolle aanwijzingen voor het strooien 10.6 Strokenstrooier RV 2M1 (speciale uitrusting) De strokenstrooier RV 2M1 wordt in de bovenste strip van de trekbek gestoken. De strokenstrooier is zodanig ontworpen, dat telkens een rechts en links van de schotelstrooiers voor minerale mest liggende rij [X] rij-afstand: ca. 2-5 m) met een ca.1 m brede vegetatiestrook afhankelijk van de kunstmest wordt bestrooid.
Waardevolle aanwijzingen voor het strooien 10.6.2 Instelling van de rijafstand en de strooibreedte Door het verschuiven van de platen [1] kan de rijafstand worden ingesteld. Afb. 10.6: Platen aan de strokenstrooier [1] Platen De te bestrooien rijbreedte kan door het verstellen van de zijplaten [2] worden in- gesteld.
Waardevolle aanwijzingen voor het strooien 10.6.3 Instelling van het strooivolume. Voorbeeld voor de berekening van de strooihoeveelheid: Er moeten twee rijen worden bestrooid. De afstand tussen de beide te bestrooien rijen bedraagt 3 m. Z De effectieve werkbreedte bedraagt dus 6 m (doorrijden van iedere twee- de doorgang).
Storingen en mogelijke oorzaken Storingen en mogelijke oorzaken n WAARSCHUWING Gevaar voor letsel en ongelukken wanneer storingen niet of niet vakkundig worden verholpen Een vertraagd of onvakkundig verhelpen van storingen door onvoldoende gekwalificeerd personeel leidt tot onberekenbare risico's met negatieve gevolgen voor mensen, machines en milieu.
Pagina 144
Storingen en mogelijke oorzaken Storing Mogelijke oorzaak / maatregel Te weinig kunstmest in De kunstmest heeft een ruwer oppervlak dan de voor de strooitabel het spoor van de trac- geteste kunstmest. tor. Het toerental van de aftakas is hoger dan de aanduiding van de trac- tormeter.
AP 240 Opzetstukken: M 623, M 863 12.3 RFZ 7 (alle versies m.u.v. MDS 10.1) Deze 7-rijige strokenstrooier is geschikt om droge, gekorrelde kunstmest in de rij naast opkomende planten te leggen. Bij de levering van de strokenstrooier wordt een aparte gebruiksaanwijzing en montagehandleiding meegeleverd.
12.7 Extra verlichting De schotelstrooiers voor minerale mest kan van extra verlichting worden voor- zien. Verlichting Toepassing BLW 1 Voor MDS 10.1/11.1/12.1 Verlichting naar achter Met waarschuwingsbord BLW 8 Voor MDS 17.1/19.1 Verlichting naar achter Met waarschuwingsbord BLO 1 Voor MDS 11.1/12.1...
12.11 Hydraulische schuifbediening FHK 4 Enkelvoudig werkende cilinder voor MDS 10.1/11.1/12.1/17.1/19.1 (M). 12.12 Hydraulische schuifbediening FHD 4 Dubbelwerkende cilinder voor MDS 10.1/11.1/12.1/17.1/19.1 (M). 12.13 Graszaadroervinger RWK 7 Voor het gebruik van graszaden als strooimiddel.
Aslastberekening Aslastberekening n VOORSICHTIG Gevaar voor overbelasting De aanbouw van apparaten bij de driepuntsophanging voor en achter mag niet leiden tot een overschrijding van het toegelaten totaalgewicht. De vooras van de tractor moet altijd met ten minste 20 % van het leeggewicht van de tractor zijn belast. X Overtuig u vóór gebruik van het apparaat ervan, dat aan deze voorwaarden voldaan is door de volgende berekenin- gen uit te voeren of de tractor-apparaat-combinatie te...
Pagina 150
Aslastberekening Voor de berekening heeft u de volgende gegevens nodig: Teken Betekenis Vaststel- [eenheid] ling door [kg] leeggewicht van de tractor [kg] vooraslast van de lege tractor [kg] achteraslast van de lege tractor [kg] totaalgewicht vooraanbouwapparaat / voorballast [kg] totaalgewicht achteraanbouwapparaat / achterballast a [m] afstand tussen zwaartepunt vooraanbouwapparaat / 2, 3...
Pagina 151
Aslastberekening Is het vooraanbouwapparaat (G ) lichter dan de minimum ballastering voor (G ), dan moet het Vmin gewicht van het vooraanbouwapparaat minimaal naar het gewicht van de minimum ballastering voor worden verhoogd. Berekening van de daadwerkelijke vooraslast T V tat –...
Pagina 152
Aslastberekening Tabel aslasten: Daadwerkelijke Toegestane waar- Dubbel toegelaten waarde vlgs. bere- de vlgs. gebruiks- draagvermogen kening aanwijzing van de banden (twee banden) Minimum ballaste- ring voor / achter kg d Totaalgewicht kg d kg d Vooraslast kg d kg d Achteraslast De minimum ballastering moet als aanbouwapparaat of ballastgewicht op de tractor worden aangebracht!
Afvoeren Afvoeren 14.1 Veiligheid n WAARSCHUWING Milieuvervuiling door niet geschikte afvoer van hydraulische en tandwielolie Hydraulische en tandwielolie zijn niet volledig biologisch afbreek- baar. Daarom mag olie niet ongecontroleerd in het milieu terecht- komen. X De juiste verwijdering van uitgestroomde olie mag enkel worden uitgevoerd door bevoegd onderhoudspersoneel.
Afvoeren 14.2 Afvoeren De volgende punten gelden zonder beperking. Afhankelijk van de nationale wet- geving moeten de daaruit resulterende maatregelen worden vastgelegd en uitge- voerd. 1. Alle onderdelen, hulp- en bedrijfstoffen uit de schotelstrooier voor minerale mest door vakpersoneel laten verwijderen. Daarbij het afval scheiden naar soorten.
RAUCH-apparaten worden volgens moderne productiemethoden en met de grootste zorgvuldigheid vervaardigd en worden onderworpen aan talrijke contro- les. Daarom verleent RAUCH 12 maanden garantie, wanneer is voldaan aan de vol- gende voorwaarden: De garantie begint op de datum van aankoop.