9. Strooibedrijf
Grensstrooien bij werkbreedten 20 - 24 m
Voor optimalisering van het strooibeeld strekt het tot aanbeveling, op de grensstrooizijde de
hoeveelheid met 30 % te reduceren.
Bij strooien met schuifbediening "M" in combinatie met een hydraulische afstandsbediening, is een
verkleining van de hoeveelheid aan één zijde niet mogelijk.
•
De hoeveelheid aan beide zijden 30% reduceren.
n Instructies voor het strooien met de TELIMAT-inrichting
U stelt de voorziene TELIMAT-positie in vanuit de tractor met behulp van een ventiel met enkelvoudige
werking.
•
Grensstrooien: onderste positie
•
Normaal strooien: bovenste positie
Strooifouten door niet bereikte eindpositie van de TELIMAT-inrichting
Als de TELIMAT-inrichting zich niet volledig in de desbetreffende eindpositie bevindt, kunnen zich
strooifouten voordoen.
Zich ervan vergewissen dat zich de inrichting steeds in de juiste eindpositie bevindt.
u
Bij de wissel van grens- naar normaal strooien het stuurventiel zo lang bedienen totdat
u
inrichting zich volledig in de bovenste eindpositie bevindt.
Bij langere grensstrooiwerkzaamheden (naargelang de toestand van uw stuurapparaat) van
u
tijd tot tijd het stuurventiel bedienen en daarmee de inrichting weer in de eindpositie brengen.
Bij gebruik van oudere stuurapparaten is lekkage mogelijk tijdens het grensstrooien. De TELIMAT-
inrichting kan dan de reeds bereikte eindpositie (onderste positie) weer verlaten. Ter vermijding
van strooifouten brengt u de inrichting van tijd tot tijd weer in de eindpositie.
9.11
Strooien op de kopakker met speciale uitrusting TELIMAT T1
Voor een goede meststofverdeling op de kopakker is het nauwkeurig aanleggen van de rijpaden
onontbeerlijk.
100
LET OP!
5902921
MDS 8.2/14.2/18.2/20.2