U vindt geen gegevens voor de instelling van de machine bij een werkbreedte van 6 m in de
strooitabel.
•
Daarom wordt aanbevolen om de instelwaarden bij werkbreedte 12 m in de strooitabel te
gebruiken.
Voorbeeld: 200 kg/ha bij een werkbreedte van 6 m strooien
u
Instelwaarden voor 12 m werkbreedte uit de strooitabel aflezen.
u
De doseerschuifinstelling voor 100 kg/ha instellen.
9.13
Restvolumelediging
Gevaar voor letsel door roterende machineonderdelen
Roterende machineonderdelen (aftakas, naven) kunnen lichaamsdelen of voorwerpen grijpen en
naar binnen trekken. Aanraking van draaiende machineonderdelen kan leiden tot kneuzingen,
schaafwonden en beknellingen.
Bij draaiende machine buiten het bereik van de draaiende naven blijven.
u
Bij draaiende aftakas de doseerschuiven altijd enkel vanuit de tractorstoel bedienen.
u
Alle personen uit de gevarenzone van de machine wegsturen.
u
Voor het waardebehoud van uw machine maakt u na elk gebruik de voorraadbak onmiddellijk leeg. Ga
bij het lossen van de resthoeveelheid net zo te werk als bij het uitvoeren van een afdraaiproef. Zie 8
Afdraaiproef
Aanwijzing voor het volledig leegmaken van de resterende hoeveelheid
Bij de normale restvolumelediging kunnen kleine hoeveelheden strooistof in de machine achterblijven.
Als u een volledige lediging van de resterende hoeveelheid wenst (bijv. aan het einde van het
strooiseizoen, bij strooistofwissel), ga dan als volgt te werk:
u
Doseerschuif op maximale openingspositie instellen.
u
Voorraadbak legen, totdat geen strooistof meer naar buiten komt (normaal lossen van de
resthoeveelheid).
u
PTO en motor van de tractor uitschakelen en beveiligen tegen inschakelen door onbevoegden.
Contactsleutel van de tractor eraf trekken.
u
Achtergebleven resten van strooistof tijdens de reiniging van de machine verwijderen met een
zachte waterstraal. Zie ook 11.4 Machine reinigen.
MDS 8.2/14.2/18.2/20.2
WAARSCHUWING!
5902921
9. Strooibedrijf
105