8. Afdraaiproef
u
Tractor inschakelen.
u
Toerental van de PTO instellen volgens de gegevens in de strooitabel.
u
De linker doseerschuif gedurende de vooraf vastgelegde afdraaiproeftijd openen vanuit de
tractorstoel.
u
De doseerschuif na deze tijd weer sluiten.
u
PTO en motor van de tractor uitschakelen en beveiligen tegen inschakelen door onbevoegden.
u
Meststofgewicht bepalen (houd rekening met het leeg gewicht van de opvangbak).
u
Werkelijke hoeveelheid vergelijken met de gewenste hoeveelheid.
Werkelijke uitloophoeveelheid = gewenste uitloophoeveelheid: strooihoeveelheidsaanslag correct
ingesteld. Afdraaiproef beëindigen.
Werkelijke uitloophoeveelheid < gewenste uitloophoeveelheid: strooihoeveelheidsaanslag
instellen op een hogere positie en de afdraaiproef herhalen.
Werkelijke uitloophoeveelheid > gewenste uitloophoeveelheid: strooihoeveelheidsaanslag
instellen op een lagere positie en de afdraaiproef herhalen.
Bij het opnieuw instellen van de positie van de strooihoeveelheidsaanslag kunt u zich aan de
procentuele schaal oriënteren. Indien bijvoorbeeld nog 10 % afdraaiproefgewicht ontbreekt, zet u
de strooihoeveelheidsaanslag op een 10 % hogere positie (bv. van 150 naar 165).
De positie van de strooihoeveelheidsaanslag kan ook met de volgende formule berekend worden:
u
Afdraaiproef beëindigen. Motor van de tractor uitschakelen en beveiligen tegen inschakelen door
onbevoegden.
u
Strooischijven monteren. Let erop dat de strooischijven links en rechts niet worden verwisseld.
De pennen van de strooischijfhouders zijn op de linker en rechter zijde verschillend
gepositioneerd. U monteert alleen dan de juiste strooischijf, wanneer deze precies in de
strooischijfhouder past.
70
5902921
MDS 8.2/14.2/18.2/20.2